170
door de raad, dat de lage huiskens vervangen mogen
worden door wat hooger opgetrokken gebouwen, die meer in
harmonie zijn met de breedte van deze weg" 1S. Op 12 januari
1868 besluit de raad tevens, om het Rozenveld - in gebruik als
schuttersveld - te bestemmen voor woningbouw, opnieuw rondom
een park, dat de naam Ripperdapark meekrijgt. De eerste grote,
luxueuze woningen worden al in 1870 opgeleverd. In korte tijd
wordt het Ripperdapark een voornaam, besloten woongebied
voor hogere inkomensgroepen (afb. 2).
In deze periode wordt de aloude Varkensmarkt ten noorden van
het station omgedoopt in Kennemerplein en worden gelden uit
getrokken voor de werkzaamheden, die vooraf moeten gaan aan
de bouw van grote villa's in de daaropvolgende jaren.
In de jaren '70 en '80 worden de bolwerken en Parklaan verder
bebouwd met villa's en woningen voor „den gegoeden stand"
(afb. 3).
Ook andere „ongerechtigheden", die afbreuk doen aan het voor
name karakter van de nieuwe bebouwing, worden verwijderd. Zo
heeft „Door de verplaatsing der Rijbaan of militaire manége
de aanleg van het nabijgelegen Kenaupark zeker veel in
schoonheid gewonnen" 14.
Na deze bouwhausse is de Nieuwstad dan eindelijk een volgroeid
deel van de stad geworden. Eén gebied komt echter weer braak
te liggen, doordat in 1888 een deel van de fabriek „De Phoenix"
wordt afgebroken, waarna in het restant een sociëteit gevestigd is.
In 1891 brandt het gehele complex uit en wordt het met de grond
gelijk gemaakt, waarna het lange tijd braak zal blijven liggen.
Alleen langs het Spaarne worden opslagondernemingen, brand-
stoffendepots en dergelijke gevestigd.
Door de groei van de bebouwing neemt het verkeer gaandeweg zo
sterk toe, dat de klachten over verkeersopstoppingen toenemen,
mede, doordat het doorgaand verkeer naar de nieuwe uitbreidin
gen ten noorden van de Nieuwstad toeneemt. Bovendien is het
Stationsplein sinds 1878 begin- en eindpunt geworden van de
paardetram, met alle drukte vandien.