174 panden volgt in 1932. In de plaats ervan komt een garage, die zich later steeds meer zal uitbreiden. Worden garages wel toegelaten, een verzoek tot verbouwing van Parklaan 24-26 tot bioscoop wordt geweigerd. Vermoedelijk zul len omwonenden zich hier met kracht tegen teweer hebben ge steld! Een verlies voor de Jansweg is, dat er in 1918 aan het Wilsons- plein een nieuwe schouwburg wordt gebouwd, waardoor de uit de tweede helft der 19de eeuw stammende Stadsschouwburg ver valt tot „tweede" schouwburg, na een verbouwing in 1927. Na 1936 komt aan dit gebruik een einde en wordt er een bioscoop in gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog komt het gebouw leeg te staan en worden binnen grote verwoestingen aangericht. Het Stationsplein is deze periode voortdurend aan veranderingen onderhevig. Nadat al snel de paardetram door de elektrische tram is vervangen, wordt de verkeersfunctie steeds meer over heersend, zodat telkenmale kleine veranderingen in inrichting en bestrating worden aangebracht (afb. 7). Toch blijft het een gezellig, druk plein, mede door de hotels en koffiehuizen die langs het plein floreren. Het Kenaupark Het toenemende verkeer laat ook het voorname Kenaupark niet onaangetast; al in de jaren '10 worden meer ingrijpende ver keersmaatregelen genomen. Na de bestrating van de voetpaden in 1916 worden in 1929, 1930 en 1937 stukken groen van tuinen opgekocht ter verbreding van de straten. In 1928 is voor het eerst sprake van de vestiging van overheids kantoren, als het pand Kenaupark 6 aangekocht wordt als kan toor van de Geneeskundige- en Gezondheidsdienst. In 1936 wordt er, deels op het terrein van de Rolsteeg, een nieuw ge deelte bijgetrokken. In 1946 wordt het aangrenzende pand ge kocht voor tijdelijke uitbreiding van de dienst, in afwachting van de verhuizing naar een geschikter pand. Vanaf rond 1910 vesti gen zich echter meer kantoren van particuliere instellingen, een laboratorium, etc. rond het Kenaupark en wordt de woonfunctie verder aangetast.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 176