178
Kenaupark is geprojecteerd. Tenslotte wordt opnieuw beoogd, het
Stationsplein te verruimen, nu voor het busverkeer.
Deze plannen doen nogal wat stof opwaaien, maar voorlopig gaat
alleen de sloop door. In 1963 bedraagt het aantal te slopen
woningen en bedrijfsruimtes nog 90 eenheden. In 1968 zijn hier
van 28 eenheden ontruimd en 12 gesloopt. De rest wordt in de
daaropvolgende jaren gesloopt, waardoor ook het bouwblok
Lange Molenstraat-Lange Heerenstraat letterlijk van de kaart
verdwijnt.
Het uitgestrekte kaalgeslagen terrein wordt tijdelijk als parkeer
terrein ingericht en een belegger wordt aangetrokken, om de ge
plande bebouwing te realiseren, doch „De moeilijke opdracht
heeft, binnen het enge gegeven stramien van de geldende voor
schriften niet kunnen leiden tot een aanvaardbare oplossing" 17.
De felle protesten uit de burgerij zullen zeker van invloed zijn
geweest, evenals de „ernstige twijfel" onder stadsbestuurders en
stedebouwkundigen, of die voorschriften nog wel pasten in
de huidige gewijzigde opvattingen met betrekking tot stedebouw
en stadsvernieuwing" 18.
Het plan wordt ingetrokken en een nieuw programma van eisen
wordt geformuleerd in samenhang met het in 1969 gepubliceerde
„Structuurplan Binnenstad Haarlem", waarin de volgende eisen
zijn vervat:
a verbetering van het Stationsplein als knooppunt van open
baar vervoer;
b uitbouw van de kantorenfunctie, mede ten behoeve van kan
toren, die uit de binnenstad moeten verdwijnen;
c de verbetering van de bereikbaarheid door de bouw van
parkeergarages;
d uitbreiding van de city-functies;
e uitbreiding van de woonfunctie.
In opdracht van Nederhorst Bouwbedrijf verwerkt architect
Spruit deze eisen in een ontwerp-plan, waarin centraal staan:
een nieuw busstation, veel kantoorruimten, een parkeergarage
voor rond 425 auto's, een 100-tal woningen en een evenementen-