185
Noten
(1) Het onderzoek is gedurende 1972-1973 uitgevoerd in het kader van het
bijvak Sociale Geografie bij mijn doctoraalstudie in de Planologie aan de
Universiteit van Amsterdam. De totale scriptie is te raadplegen bij het
Gemeente-Archief te Haarlem. Een samenvatting van het onderzoek, toe
gespitst op de theoretische context, is verschenen in het tijdschrift „Stede-
bouw en Volkshuisvesting", uitgegeven door het Nederlands Instituut voor
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting te 's-Gravenhage, nr. 3, maart
1774, p. 82-97.
(2) Temminck, J. J., Haarlem, vroeger en nu, Bussum, 1971, p. 24.
(3) Temminck, p. 36.
(4) Temminck, p. 66.
(5) Temminck, p. 66.
(6) Allan, F., Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, van de vroegste
tijden tot op onze dagen, Haarlem, 1874, p. 87, dl. I.
(7) Temminck, p. 80.
(8) Nieuwenhuis, G. M., De stad aan het Spaarne in zeven eeuwen, Amster
dam, 1946, p. 252-253.
(9) Messing, F. A. M., Werken en leven in Haarlem (1850-1914). Een
sociaal-economische geschiedenis van de stad, Amsterdam, 1972 (proef
schrift), p. 31.
(10) Haarlemsche herinneringen, in: Jaarboek Haerlem 1938, p. 118.
(11) Allan, p. 446, dl. I.
(12) Nieuwenhuis, p. 266.
(13) Allan, p. 443, dl. I.
(14) Allan, p. 385, dl. I.
(15) Overduin, Henk, Station Haarlem 1908-1974, in: Wonen-TA/BK, tijd
schrift voor huisvesting en omgeving, nr. 15, augustus 1974, p. 16-21.
(16) Gemeenteraadsverslagen, 1924, p. 556 N.
(17) Toelichting bij het bestemmingsplan „Stationsplein", Bedrijf Openbare
Werken Haarlem, Afd. Stadsontwikkeling, 1973, p. 2.
(18) Toelichting p. 2.
(19) Structuurplan Binnenstad Haarlem, Gemeente Haarlem, 1969, p. 27.
(20) Structuurplan Binnenstad Haarlem, p. 27.
