195
steld van het betalen der stedelijke accijnsen en andere lasten" 12.
Zo hoort men bijvoorbeeld nog in 1561, op 1 december, omdat
de oudste schepenen en burgemeesters steeds dieper gebukt gin
gen onder de zware belastingen, „dat daerom denselve burge-
meesteren en scheepenen in den tyt synde wel behoorde te
hebben een recognitie of recompense, ofte ter minsten exemtie
ende vrijdom van alle de excysen deser steeden, soe lange sy-
luyden en haer successeurs 't selve officie ende lasten bedienende
zijn; is bevonden redelijk te weesen, dat men de burgemeesteren
ende oude scheepenen solange sij in officie ende deselve lasten
bedienende syn, voortaan gunnen souden exemtie ende vrijdom
in alle deser steede excynsen ."13.
Sociaal zowel als economisch stond de regerende groep in Haar
lem op dat moment boven aan de maatschappelijke ladder. Ook
was deze groep onderling sterk met elkaar verweven. Weliswaar
waren bepaalde graden van verwantschap binnen de vroedschap
niet toegestaan; een zoon bijvoorbeeld, mocht niet samen met
zijn vader in de vroedschap zitten 14. Familieverwantschappen
werden toch erg nauw en staan soms gelijk aan inteelt. De rela
ties worden moeilijk om na te gaan en het is niet goed mogelijk
te peilen hoe diep de sociale samenhang en eenheid van de ver
schillende families ging. „Maar wie de genealogieën van de
Haarlemse regentengeslachten uit die tijd bekijkt, merkt toch
hoe wel haast iedereen in de vroedschap op de een of andere
manier familie van de ander was" 15.
De schutterijen
De andere „politieke" instellingen van Haarlem waren de schut
terijen. Ze waren georganiseerd volgens het patroon van de
gilden en vormden eigenlijk quasi-militaire organisaties, een
soort stadsmilitia dus. Er hebben op een gegeven moment drie
van zulke schuttersgilden bestaan. In 1561 evenwel ging het
stadsbestuur over tot een reorganisatie van de schutterijen „omme
te mogen hebben alle meerder eendracht, gelycheyt ende sterk
te 16.
Van 1561 af waren er slechts twee schuttersgilden in de stad, te
weten de schutterij van de Cloveniers en die van de Kruisboog.