197 die werden voorgedragen om een vacature te vervullen, moest „heure goet bij raminge tenminsten waerdich zijn de hondert ponden grooten Vlaams". Bovendien zouden de kosten, die het lidmaatschap met zich meebracht, onmiddellijk het aantal Haar lemmers dat zoiets kon opbrengen, beperken. Iedere schutter van de Kruisboog zag zich verplicht tot het bezit van een „halve haycke" van een bepaalde lengte en „gheen cleynder looden schietende dan dertich in een pondt". De keur heeft het over „zijn eigen busse, kruyt ende loot", etcetera, en er stond zelfs expliciet in, dat „yegelijck schuttergehouden (zal) wesen tot allen tijden bij hem te hebben een halve hayck met een halff pondt cruyts". Ja, zelfs bij oefeningen werd de schutter geacht voor zijn eigen munitie te zorgen, en als hij zulks naliet of van de oefening wegbleef, kreeg hij een boete; er was dus geen manier om onder de kosten uit te komen. Voorts verwachtte men van de schutter, dat hij deelnam aan alle feesten en.feestjes van zijn schutterij, „vergaderinghe van eeten ende drincken op den Doelen, opte stedehuys of elders Voedsel en drank bij deze gelegenheden waren voor eigen reke ning. In de keur waren voor zulk soort bijeenkomsten uitgebreide gedragsregels neergelegd: zo was het iedereen verboden de orde te verstoren „tzij met kannen ofte cruycken te werpen off te breecken off een messe te vechten off malckander met vuysten te slaen off spijtich, onbehoorlijk ende oneerlijck toe te spreec- ken In geval van uitstedigheid-buiten-eigen-schuld ten tijde van een schuttersmaaltijd, verbeurde de schutter de helft van het „eet- geld". Was hij evenwel in Haarlem of omgeving, dan verloor hij de gehele som. Alleen al de veronderstelling, dat sommige schut ters onvermijdelijk buiten Haarlem zouden kunnen zijn op een zakenreis wellicht? onderstreept hun sociale status. Dagloners en anderen uit het gewone volk zullen immers zelden of nooit reden hebben gehad uit Haarlem weg te zijn. Wat ook een bepaalde levensstandaard suggereert, is het hele systeem van boeten waaraan de schutters onderworpen waren voor het geval ze hun verplichtingen niet nakwamen. De boeten liepen van vier stuiver tot enkele ponden op en werden geheven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 199