198 voor iedere reden die men kon bedenken: een toekomstig lid, dat verloofd was en weldra een bruidschat zou moeten betalen kon tot de schutterij worden toegelaten op straffe van betaling van twaalf stuiver bij weigering; als een schutter de schutterij verliet (als hij zestig werd of als twee van zijn zoons schutter waren ge worden), betaalde hij twaalf stuiver als vergoeding; „ende waert dat yemande sturve, zoe zullen zijn rotgesellen hebben van den selven gesturven twaelf stuvers Zelfs de dood bracht, naar het schijnt, geen bevrijding. Verder kon een schutter beboet wor den, omdat hij niet op schietoefening geweest was of op brand- of poortwacht, of omdat hij niet voor zijn uitrusting gezorgd had. Het is duidelijk, dat de Haarlemse militie een onderonsje was van de gegoede burgers, Met het „verfijnder" worden van het krijgsbedrijf maakten de vorsten steeds minder gebruik van de oude recruteringsmethode; feodale lichtingen werden vervangen door beroepssoldaten. In de loop van de 15de en 16de eeuw kwam het nog maar zelden voor, dat de stad soldaten moest leve ren voor het grafelijk leger of dat de „oproerpolitie" op moest treden. Onder deze omstandigheden werd het sociale aspect van de schutterijen - de eet- en drinkgelagen - steeds belangrijker. In de Index op de Keur- en Gebodregister van de stad Haarlem 20 leest men herhaaldelijk, dat de leden van de schutterij worden verwittigd van een op handen zijnd „schieten van de papegay" (een soort schijfschieten). Op 31 augustus 1561 lezen we: „Ad vertentie, dat de schuttery van de cloveniers by malkanderen eten sullen en op morgen de papegay sullen schieten ,"21. Ook komt het regelmatig voor, dat de schutters worden herinnerd aan hun verplichting om aan stedelijke festiviteiten deel te nemen. Op 15 juni 1555 kreeg iedere broeder van St. Joris (Kruisboog schutterij) bevel een fakkel van één pond te maken voor de komende processie22. En op 24 mei 1561 werd bevolen, dat de gildebroeders in beide schutterijen mee moesten lopen in de St. Gangolfsprocessie op St. Albrechtsdag, in hun eigen wapenrus ting 23. De betrokkenen zullen al deze verplichtingen niet zo vre selijk drukkend hebben gevonden, daar ze er een behoorlijke publiciteit door kregen. Misschien was een en ander wel een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 200