204
1555 illustreert de omvang, die sommige kloosters tegen die tijd
bereikt hadden. Het „Convent van St. Anna" b.v. had twaalf
haarden; het „Convent van Zijl" had er dertien en het huis van
de abt ook. Het „Maria Magdalena Convente" bezat er veertien,
het „Sinte Margrieten Convente" twaalf en het priorhuis twee,
het „Sinte Kathrijnen Convente" tien, het „Convent van Sint
Marie" met priorhuis samen acht en de commandeur en het hele
klooster van St. Jan hadden zeventien haardsteden. Eén klooster,
het „Convente van de barvoete susteren", telde niet minder dan
21 haarden.
Bovengenoemde getallen maken het niet alleen mogelijk te spe
culeren over de omvang van deze instellingen, maar ook over hun
rijkdom. Ook al kennen we het aantal bewoners van de onder
scheiden kloosters niet en kunnen we dus weinig zeggen over de
levensomstandigheden van de betreffende monnik of non, het
feit, dat alle bovengenoemde voorbeelden in rang gelijk staan aan
de huizen van Haarlems rijkste burgers - of zelfs daarboven -
zegt toch wel iets. Eerlijkheidshalve zij hieraan toegevoegd, dat
er ook aanmerkelijk kleinere, dus navenant armere kloosters be
stonden: zo beschikte het „Sinte Agnieten Convente" over slechts
twee haarden en het „St. Cecilien Convent" over drie.
Voor de „Commanderij van St. Jan" hebben we nog de beschik
king over enkele thesauriersrekeningen. De Commanderij was
uiteraard verbonden met de ridderorde van deze naam op
Rhodos, De leden kwamen vooral uit de hogere bevolkingsklas
sen. Ze was in het begin van de 14de eeuw gesticht en had
daarna enorme rijkdom vergaard: „een groot aantal schenkingen
maakte de Commanderij weldra zeer welvarend" 36. Haar bezit
tingen kwamen zelfs ver buiten Haarlems wallen te liggen. Zo
had de Commanderij het patronaatsrecht over de kerken van
Heemskerk, Zoeterwoude, Hazerswoude en andere plaatsen. Uit
eindelijk hief ze ook pacht en belasting van landerijen in Delft-
land en Rijnland.
De jaarrekeningen van St. Jans rentmeester in Delftland en
Schieland zijn ten dele bewaard gebleven 37 en kunnen dienen tot
beter begrip van de door Commandeur en broeders verzamelde