218 aangeboden subsidies. Eén van hen was „Seignour Gregorio de Aijala", die in 1529 twee Philippusgulden ontving voor elk van de 823 lakens, die hij „als blijct by certificacien van den waer- deyns deser stede dair van wesende, welcke lakenen hy al 't samen gesonden heeft in Spaengnen, Portugale ende elders buyten lants om aldair bekent gemaict te worden, tot vorderinge van den draperieneringe deser stede" 42. Blijkens deze post had hij een contract met de stad gesloten voor de hogere koers van twee gulden per laken. Het bedrag, dat hem door de stad betaald werd, vormde het enorme totaal van 2.080 (men bedenke, dat de Philippusgulden gelijk stond aan 25 stuiver, en het pond aan 20). Eerlijkheidshalve zij hier aan toegevoegd, dat Aijala zelf hiervan slechts 80 ontving. De rest diende om een schuld terug te betalen, die hij en zijn schoonvader Frans de Witte hadden bij een van de godsdienstige instellingen in de stad. Maar ook weten we, dat hij toch nog 317 meer ontving voor nog eens 141 „haarlemsche lake nen", die hij „sedert de 21 dag van mey anno 1529 tot de 20 dag van augustus daer en volgende" had vervaardigd en ver kocht 43. De vroedschap probeerde nog meer om de groei van de Haar lemse textielnijverheid te stimuleren. Dit moge blijken uit onder staand besluit van 17 mei 1524: „Op t versouck van zekere coopluyden van buiten, om alhier te drapenyen off doen dra- penyen enige sonderlinge draperije die men hier nyet gewoenlich is te maicken, te wete zwarte lakenen en de wolle geverwet mit rode lysten geheele ende halve lakenen ende andere coloeren sulcx als de selve coopluyden te rade worden sullen gelyck in de leste vergaderinge breeder verclaert is, waer op by de meeste stemmen is geseyt dat men den coopluyden int voirsegde ver souck accorderen, onder zekere conditiën" 44. Al worden de „zekere conditiën" niet nader geconcretiseerd, men kan niet anders concluderen dan dat de vroedschap actief was als het ging om het verbreden van de economische basis van Haar lems draperie. Toch hadden deze pogingen, op hun best, slechts een tijdelijke uitwerking. Ik herhaal: het is moeilijk aan produktiecijfers te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 220