223
om aan inkomsten te komen. Stads- en landsregering hadden
samen een belastingsysteem in het leven geroepen, dat langzaam
de brouwers hielp uitpersen. Op de eindprodukten van de textiel
industrie evenwel schijnen geen regelmatige accijnzen in enigerlei
vorm te zijn gesteld.
Tenslotte echter, op 20 oktober 1543, gaf Karei V de stedelijke
overheid het recht belasting te heffen op lakens. In zijn akte
merkte hij op hoe enkele ambachten in de stad, zoals b.v. de
brouwers en de bakkers, de lasten der accijnzen droegen voor de
stedelijke schatkist, en hij voegde eraan toe, dat „de draperije
ende neeringe van 't maicken van de wollen lakenen binnen
derselver stede sulcx opgecommen is ende gehandeert wordt, dat
die tegewoerdelijck een van de beste ende principale neeringe es;
welcke neeringe veele brouwers ende brouwers kinderen aen-
vaerende zijn ende exerceren, verlatende de brouwerije die
gansch vermindert is" 53.
Hierop volgde zijn vraag, waarom deze tak van nijverheid niet
ook belast werd, en zijn antwoord: toestemming - of een bevel -
aan Haarlem om voor een periode van zes jaar belasting op
textielprodukten te heffen. Men neme Kareis veronderstelling dat
draperie en wolweverij Haarlems voornaamste industrie waren ge
worden, met een korreltje zout. Ook zijn opmerking, dat het met
deze nijverheid nog steeds beter ging, verdient de nodige skepsis.
Men bezie ze tegen de achtergrond van Kareis chronische geld
nood, die weer een gevolg was van zijn oorlogen: „dat voirnoem-
de supplianten in erkennisse ende recognitie van onser jegen-
woirdiger gracie gehouden zullen worden te betalene den twin-
tichsten pennick van 't voirscreve impost ende excijse ende dat
in handen van onsen rentmeester van Kemerlandt54.
In menig opzicht lijkt dit document op talloze andere, door
Haarlem van Karei of Philips ontvangen; met name op die
documenten, die gaan over belasting op „vreemd" bier55. Ze
hebben allemaal één punt gemeen: alhoewel ze Haarlem het recht
verlenen belasting te heffen, garanderen ze, dat een flink deel van
de opbrengsten haar weg zal vinden naar de graaf, de Koning
van Spanje.
Door willekeurig het jaar 1560 te nemen voor een steekproef,