228 Het was tijdens die maanden, dat de stad de zijde van de Prins van Oranje koos en uiteindelijk kwam te staan tegenover het leger van Don Frederik. In de daaraan voorafgaande beslissende jaren bleek het stadsbestuur steeds meer en steeds zichtbaarder afhankelijk van de schutters. Als gevolg daarvan zouden de schutters in hun positie een politieke kracht gaan ontdekken, die voorheen sluimerend, latent aanwezig of niet aanwezig was ge weest, toen ze zich alleen hadden bezig gehouden met hun sociale functie. Daar zowel stadsbestuur als schutterijen de geleidelijke verschui ving in hun rollen in veel opzichten aan de calvinisten dankten, is het juist, dat we iedere discussie over Haarlem na 1560, met hen beginnen. Protestantisme was niet nieuw in Haarlem. Het had kort na de Rijksdag van Worms, zijn eerste Lutheranen ge kend. Ook het Anabaptisme had er zijn tijd gehad, met een hoogtepunt rond 1535. Sommige Haarlemmers werden vurige protestanten en enkelen kregen zelfs wijd en zijd grote faam, zoals Jan Mathyszoon, de Haarlemse bakker, die naam maakte als de Profeet van Munster. Er zijn goede bewijzen, dat de stad altijd ongewoon tolerant ge weest was tegenover ketters, In 1527 kreeg een zekere Borryt Willemszoon slechts een boete, omdat „hij hem hadde vervaert conventiculen ende vergaderingen te maken om te hooren lesen en preeken vanden heylige schriften jegens ende contrarie die placeaeten In 1532 kregen mr. Claes Barbier en Zijnert de Smit elk zes pond boete „om dat zij tot Zantvoort hebben geweest hooren preken contrarie den geboden deser stede 2. Twee personen, die evenzo beboet waren, werden van hun verplichting ontslagen „omdat zij daer voor de Sint Jans poorte gelegen en penitencie gedaen hebben" Men ziet het: de bestraffing van „misdaden" tegen de godsdienst was verre van streng in Haarlem. De soepel heid van de stad gold zelfs de toekomstige Profeet van Munster. Men kan dit afleiden uit zijn vonnis voor iets wat Haarlems buren een afgrijselijke misdaad zouden hebben gevonden. In 1527 noteerde de thesaurier de betaling van de beul: „Van Jan Mathijs- zoon backer de welcke omdat hij qualycken en schadelycken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 230