229 gesproken hadde van 't waerde heijlige sacrament des outaers seggende dat na die woerden vander consecracien die de priester in de misse spreect 't lichaem van gode nyet en is onder gedaente ofte specie van broot mit meer andere ketterien ende blasphe- mien. Nadat hij die selve blasphemien ende ketterien wederoupen hadde cpenbairlycken duer zijn tonge gesteken 4. Hoewel zo'n verminking ons nu wat kras voorkomt, was ze in de context van de 16de eeuw een lichte straf. Een en ander wekt te meer verbazing, wanneer men zich realiseert, dat Mathyszoon prak tisch een beroepsketter en amokmaker was. Hij had b.v. bij een andere gelegenheid meegeholpen een Augustijner monnik, een Lutheraan, met geweld op de preekstoel van de St. Bavo te krij gen voor een preek. Al waren niet alle straffen zo licht (enkele overtreders, vooral Wederdopers, werden terechtgesteld), zelden schijnt de Haarlem se regering de hogere autoriteiten bevrediging te schenken. „In 1545 moeten Haarlems stadsbestuurders zich in Den Haag ver antwoorden, omdat zij een te licht vonnis hebben uitgesproken tegen een ketter" 5. Nog in 1557 waren twee autoriteiten van de stad voor de Markies van Veere geweest om zich te verantwoor den wegens beschuldigingen van de schout van Haarlem, dat ze hem hadden belemmerd in de uitoefening van zijn plicht, te weten het uitvoeren van een vonnis aan twee Wederdopers. Men zou zich voor kunnen stellen, dat de toevloed van Calvi nisten in Haarlem en omgeving in de jaren 60 slechts het natuur lijk resultaat was van de verdraagzaamheid, die stad en inwoners eerder ten toon hadden gespreid. Daar kan iets van waar zijn, maar gebrek aan concrete bewijzen reduceert de gedachte tot niet meer dan een hypothese. De tolerantie van de stad kan net zo goed gegroeid zijn uit het ontbreken van de noodzaak tot intolerantie als uit een waarlijk intellectueel cf humanistisch na streven van verdraagzaamheid. Het blijkt n.l. dat Haarlem nooit zo door ketterij en ketters geteisterd is als menige andere stad. Ik citeer Temminck: „Hoewel er vanaf 1525 sporen van de Hervorming in Haarlem aanwijsbaar zijn, beheerste de R.K. kerk in de 16de eeuw duidelijk het godsdienstig leven in de stad" 6. Men zou derhalve kunnen concluderen, dat de tolerantie in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 231