245 Het zou een grote vergissing zijn te denken dat er thans van wrijving tussen schutters en stadsbestuur sprake was, laat staan van openlijke rivaliteit. In feite schijnen de schutters hun militaire rol, die zo'n tijd niets betekend had, best redelijk te hebben vervuld. De poortbewakingsplicht moet kort na ontvangst van de brief van Oranje zijn ingesteld, want op 31 augustus besloot de vroedschap, dat vanwege de „lasticheyt" van het dag en nacht wacht lopen „elcke nacht sullen waken niet meer dan drye rotten ende des daechs twee volle rotten, te weten het eene voor ende 't ander na de middage" 37. Blijkbaar waren de schutters vastbe sloten hun belofte tegen vreemdelingen te waken, gestand te doen. Zo ontkwam Haarlem aan de Beeldenstorm. Dat de hulp van de schutters daarbij van wezenlijk belang is geweest, staat buiten kijf. Heel verstandig ook is het besluit geweest om de Bavo ge sloten te houden en haar dag en nacht te laten bewaken. Ook bij deze activiteit waren de schutterijen nauw betrokken. Heel wat minder makkelijk zou het blijken te zijn om aan de woelige gebeurtenissen van 1572 te ontkomen. Hoofdstuk iv Haarlem volgt de Prins van Oranje Op 1 april 1572 namen de Watergeuzen Den Briel in. Daarmee begint een lange reeks gebeurtenissen, die uiteindelijk zou leiden tot de komst van Don Frederik voor Haarlem acht maanden later. In Haarlem zelf zouden die maanden de culminatie te zien geven van de veranderingen die voor het eerst zichtbaar waren geworden in 1566/67. De tussenliggende jaren waren betrekke lijk rustig geweest voor de stad en aan de oppervlakte althans leek de status quo niet in gevaar. Maar in werkelijkheid hadden gewichtige gebeurtenissen plaats gevonden, die de sinds de Beel denstorm ontstane situatie alleen maar ernstiger hadden ge maakt. Wat de stadsbestuurders betreft, de jaren tussen Beeldenstorm en Beleg gaven in menig opzicht een extra accent aan hun naïve-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 247