251 ontegenzeggelijk naar een climax. Haarlem zag zijn eerste Geuzen op 3 juli. Die dag arriveerden voor de stad Cornelis Geerlofszoon Roobol „met ander Geusen capiteynen" 12. Roobol was een der eerste watergeuzen. Hij deed mee aan de verovering van Den Briel13. De prinselijke afgezanten handelden zo'n beetje als in termediairs tussen de Geuzen en de burgers. Eén dag later was het besluit genomen: „Den 4 zijn die Geusen met seeckere voer gemaect accoerde binnen die stadt Haerlem gecomen u. Diezelfde dag werd nog een ander klooster - dat der Regulieren - geplunderd en werd het duidelijk, dat met de Geuzen het volle gewicht van hun militante Calvinisme was binnengekomen. Hun „merk" godsdienst was veel strenger dan dat wat de stad om streeks 1565 had meegemaakt. Een schuur hadden ze niet nodig. Op 17 juli werden voor het eerst Calvinistische erediensten bin nen de stad gehouden, en wel in de Bakenesserkerk, die hiervoor door de Geuzen was overgenomen 15. Van juli af werden alle kloosters systematisch geplunderd tot alleen het Begijnhof nog niet ontwijd was. Op Nieuwjaarsdag 1573 drongen de Geuzen zelfs de Bavo - de kathedraal - binnen. Al zal de Haarlemse burgerij zulke excessen niet ten volle hebben goedgekeurd, zij bood geen actief verzet: „De bevolking heeft het getolereerd 16. Nadat de Geuzen de stad waren binnengekomen, ging het stads bestuur zich steeds ongemakkelijker voelen wegens het besluit waartoe men het gedwongen had en het deed enkele pogingen zijn eigen optreden te rechtvaardigen. Een van die rechtvaardigingen vindt men terug in de eed, die alle burgers op slechts enkele uit zonderingen na, aan de Prins van Oranje moesten zweren: „Dat swere ick die Conincklycke Majesteit ghetrouw ende gehouw te zijn ende den Prince van Orangien te kennen als stadhouder van Hollandt, verzaeckende den hertoch van Alba verclarende hem vijant van Conincklycke Majesteit's Nederlanden ende den tien den penninck weer te staen. Soe waerlijc moet mijn Godt Al- machtich helpen ende dat heijlige Evangelium" 17. De veronderstelling dat Alva de vijand van de Koning was, was natuurlijk een poging de pil te vergulden dat de stad in feite rebelleerde tegen haar wettige heer. De Prins werd opnieuw, in de ogen van de magistraat althans, 's Konings eigen vertegen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 253