259 Pieter Kies - kozen en de andere drie burgemeesters mitsgaders twee schepenen, lieten zitten? Zulk optreden verdraagt zich met met welke poging dan ook de beslissingen van de schutters af te schilderen als ingegeven door calvinisme. Maar doordat burgers en schutters de calvinistische gewelddaden toelieten, komt men wel tot het besef, dat al waren ze misschien geen calvinisten, ze ook geen militante katholieken waren. Die ambivalente gevoelens kunnen gemakkelijk verklaard worden door te kijken naar de economische situatie waarin zulke mensen verkeerden. Men kon jaloers zijn op de rijkdom van de ker men kon haar ook verwensen. Terwijl de man in de straat he steeds moeilijker had, hielden de talrijke kerken en kloosters nog altijd vast aan veel van hun oude privileges. Zo hebben we de klacht gelezen van de drapeniers tegen wat zij als oneerlijke con currentie van de begijnen beschouwden. De rijkdom van de ker kelijke instellingen zal vast en zeker een ergernis zijn geweest voor de burgers, die in de greep zaten van inflatie en snel stijgen de prijzen. Op die manier wordt het begrijpelijk dat burgers, zonder zich direct tot het Calvinisme te bekeren, zich moeilij konden verzetten tegen de vernieling van kloosters en andere gebouwen. Hoewel liever in naam katholiek dan calvinist, waren ze bepaald geen vurige gelovigen. Natuurlijk richtte de ontevredenheid van de schutters zich tegen de Koning van Spanje en de gevestigde regering. Dat kan met verbazen. Regeringen krijgen altijd de schuld van onprettige dingen, terecht of niet. In het geval van de schutters echter, we een beetje terecht. Het was immers Alva, die als vertegenwoordi ger van de regering, de nieuwe belastingen invoerde. Het gaat er niet om hoeveel er precies betaald moest worden, het gaat er om dat de regering zich niets aantrok van de al zo slechte economi sche situatie, waarin schutters en burgers zich bevonden. Niet voor niets werd de Tiende Penning een symbool van het verzet. Verwers mededeling, dat Kies en Colderman na hun aankomst in Haarlem in juli 1572, vertelden, dat de Prins van Oranje naar de Nederlanden terugkwam om hen te bevrijden van de Tiende Penning, is er een bewijs van. In de eed aan de Prins zwoeren de schutters, net als de overige burgers „de Comnckhjcke Maje-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 261