261
Noten
Inleiding:
(1) Dr. H. Enno van Gelder, De Nederlandse munten, Utrecht/Antwerpen,
1966, 266.
(2) ld., 262.
(3) ld., 266-267.
Hoofdstuk i:
(1) Prof. dr. H. Brugmans, Geschiedenis van Amsterdam, dl. II, Utrecht/
Antwerpen, 1972, 7.
(2) Mr. A. J. Enschedé, Inventaris van het Archief der Stad Haarlem, I, nr.
200. Voortaan te citeren als IAH.
(3) Drs. J. J. Temminck, Naamloos manuscript II, 1.
(4) ld., 1-2.
(5) Naamregister van de Regeering der Stad Haarlem Haarlem, 1733.
(6) ld.
(7 ld.
(8) Th. Schrevelius, Harlemias ofte De eerste Stichtinge der Stadt Haerlem,
Haarlem, 1648, 263-276.
(9) Dr. G. H. Kurtz, Twee oude patriciërshuizen in de Kruisstraat, in:
Jaarboek Haerlem 1961, 117.
(10) IAH, 1,1157, rekening 1562.
(11) J. C. van.Loenen, De Haarlemse brouwindustrie voor 1600, Amsterdam,
1950, 91-92.
(12) Drs. J. J. Temminck, Naamloos manuscript I, 3.
(13) IAH, 1,1044, resoluties 1561.
(14) Drs. J. J. Temminck, Het Haarlem van de 16de eeuw, in: Men sagh
Haerlem bestormen, Haarlem, 1973, 7.
(15) ld., 8.
(16) Dr. J. Huizinga, Rechtsbronnen der stad Haarlem, 's-Gravenhage, 1911,
411-416.
(17) Temminck, Ms. II, 6.
(18) ld., 6.
(19) Huizinga, a.w., 411-416. Alle volgende citaten betreffende de schutterij
zijn uit dit document.
(20) Mr. A. J. Enschedé, Index op de Keur- en Gebodregisters van de stad
Haarlem, 's-Gravenhage, 1875.
(21) ld., 102.
(22) ld., 93.
(23) ld., 101.
(24) ld., 90.
(25) Archief gemeente Haarlem, hs. 298.
(26) Drs. J. J. Temminck, Het beleg van Haarlem, in: Spiegel Historiael,
VIII, 268-269.
(27) ld., 269.
(28) Temminck, Het Haarlem van de 16de eeuw, 10.
(29) ld., 10.
(30) ld., 10.
