286
als in grote delen van Limburg en Brabant, waar vuren en
optochten het feest markeren. De literatuur van De Volksver
maken van J. ter Gouw (1871) via D. J. van der Ven, Ons eigen
volk in het feestelijk jaar (met de Sint Maartensprent van een
Zaanse confectiezaak) tot S. J. van der Molen, Levend Volks
leven, een eigentijdse volkskunde van Nederland (Assen 1961),
kan hieromtrent overvloedig informeren.
In ons boek over Spaarndam c.a., Drie baarsjes en een ham
(1967), wordt ruimschoots aandacht aan Sint Maarten besteed
(blz. 85-87). Daar leest men een legende, ter verklaring van de
lichtjesoptocht: „Och, wat had onze meester daar vroeger altijd
een mooi verhaal over! Op een avond in de voorwinter bezocht
de heilige op zijn ezeltje nog even een zieke. Hij blijft lang
binnen: het valt niet mee hè, als je mankerende bent! Terwijl
hij daar zo bij de zieke zit, wordt zijn ezeltje ongeduldig: het was
ook zo koud. Het arme dier rukt zich los en gaat hopeloos aan
het dwalen. Als Sint Maarten zijn ezeltje niet terugvindt, dan
gaan een heleboel mensen hem helpen zoeken. Het waren alle
gaar lichtjes in de donkere avond. En zo komt het, dat we nog
met lichtjes lopen hier op Spaarndam!" Een mooi verhaal, dat
ook in de kranten van Haarlem van tijd tot tijd vermeld wordt,
maar het is nieuw en het werd door dominee F. W. Drijver
Mozaiek1906) overgenomen uit L'Indépendance Beige van 28
november 1897; schoolboeken ontleenden het weer aan de pre
dikant-folklorist.
Ook over Zandvoort leest men het een en ander, al is het feest
er vrijwel ter ziele, in ons Gort met stroop, 1968, blz. 121-122.
De voornaamste attractie vormden de Sint Maartensvuren, voor
al afgestoken in het Brederodeduin, waarvoor het materiaal ge
stolen moest zijn. Vanwege dit stelen en nog meer het brandge
vaar en bovendien het vechten tussen Noordbuurters en Zuid-
buurters (die eikaars vuren voortijdig wilden ontsteken), heeft
de overheid er een eind aan gemaakt. Zulke vuren waren er ook
omstreeks 1850 te Vogelenzang, niet ver van het station, blijkens
De Navorscher, I, blz. 31. - In Volkskunde, jrg. 1899, blz. 219
bericht P. Gertenbach over dit gebruik. Hij heeft het over
„vuren" in het meervoud en wijst voorts op het stelen van de