289 tegenwoordig. Oudere kinderen doen ook wel op een prettige wijze mee als begeleiders of door bij de deur snoep uit te delen „maar dan neem ik zelf er eerst het lekkerste uit". Uit de buurt van de Lucas van Leydenlaan verneemt men: Bij ons in de straat organiseren de meisjes het altijd voor de kleintjes. Ook in Oran jewoud assisteerden oudere kinderen de kleintjes, door als „stok- mantsjes" op te treden, blijkens „Sintene-Maarten", een mooi voorleesverhaal van Cissy van Marxveldt, in Mijn dorp in Fries land, Den Haag 1970, blz. 39-45. Van 75 leerlingen van de Van Eldenschool hebben er maar liefst ruim 95%, ondanks hun gevorderde jaren meegelopen, zij het soms ter begeleiding van broertje of zusje, doch in Lisse en Zwa nenburg was er niets aan de hand met Sint Maarten. Op de andere scholen bleek het resultaat navenant, zij het met een ge ringere deelname van de lyceïsten, naar de opstellen te oordelen. Vooral op de Montessorischool werd gretig ingegaan op de laat ste vraag die om een mening vroeg. Een kind van 6*4 vindt het feest „leuk" maar wel „een beetje bedelachtig", welke kritische noot men bij elf- en twaalfjarigen, die beginnen zich rekenschap te geven veelvuldiger aantreft, zij het meer in de „rijke buurten dan in de zogeheten „volksbuurten". Er is zelfs één zesdeklasser die om deze reden nooit heeft meegedaan! Een ander ziet echter dieper: „Eigenlijk is het bedelen, maar dat hoort erbij." Ook leest men bij enkelen, dat er al genoeg feesten zijn en dat het dus „onnodig" is. Een humorist meent: „Heel leuk, vooral voor de tandarts." „Er moet minder snoep gegeven worden, ver maant iemand anders. Maar de waardering overheerst: „Geweldig, om s avonds in het donker buiten te zijn, met een dansend lichtje en een heleboel kinderen, en snoep te krijgen." Meneer - van school - achtte zijn pupillen er te oud voor. Ook ouders verhinderen soms het meelopen van hun kinderen, welstandshalve. Zo zegt een meisje van negen (vierde klas) wèl naar het ziekenhuis en naar nog een paar oude mensen te zijn geweest, wat ze leuker vindt dan langs de huizen te gaan. Sommigen verkleden zich: als boer of in witte jassen, een oudere jongen speelde in een optocht voor Sint Maarten. In groepsverband, vier tot zes kinderen samen, is het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 291