298 Aerdenhout (afb. 1). Van deze belangrijke schilder van stadsge zichten en uitvinder van de brandspuit was nog geen werk in het museum. Het schilderij stelt het landgoed Elswout1 voor, gezien van het zuiden in vogelperspectief. Onder de hoge horizon eerst een duinstrook, daaronder het landgoed zelf met allerlei mense lijke bedrijvigheid er omheen: mannen die in de tuin werken, jagers met honden enz. Van het landgoed zijn drie zeventiende-eeuwse schilderijen be kend, waarvan er nu twee in het museum zijn. Zij geven ieder een ander stadium van de aanleg weer. Het vroegste is van Jan Wouwerman (part, coll., Overveen), hier reiken de duinen nog tot aan de muur rond het huis. Het tweede is bovengenoemde aanwinst: hierop zijn de duinen afgegraven, aan de oostkant is buiten de muur een tuin aangelegd. Op het derde schilderij, toe geschreven aan G. Berckheide en sinds kort na de Tweede We reldoorlog in het museum, is het terrein rond de muur met bomen beplant. Alle drie schilderijen zijn uit de eerste bloeiperiode van het landgoed, ongeveer 1650-1680 en mogelijk in opdracht van de eigenaars vervaardigd. Het tweede in 1974 verworven schilderij is „De Zondvloed" van Karei van Mander (paneel, rond, doorsnee 36 cm) (afb. 2). ïn een rotslandschap proberen een aantal schaars-geklede mensen zich te redden voor de vloed door omhoog te klimmen. Tussen de rotsen door is de ark van Noach zichtbaar. Karei van Mander was de stichter van de Haarlemse Academie die enkele jaren om 1590 bestond en historieschildering naar Italiaans voorbeeld voorstond. Hoewel het werkje nog eens aantoont, dat Van Mander geen groot schilder was, is het toch, als vierde werk van de schilder in het museum, een waardevolle aanvulling van de weinig bekende Academieperiode. Ook thematisch past het goed daarin: o.a. Cornelis Cornelisz. schilderde hetzelfde onderwerp. Vervolgens het zilver: het aantal aanwinsten is zo groot, dat ik mij wel moet beperken tot in hoofdzaak het Haarlems zilver. Allereerst de aankopen: ondanks een beperkt budget en stijgende prijzen werden voornamelijk in de kunsthandel verworven: Een suikerstrooier van Albert Giljaart uit 1749 met hetzelfde

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 300