322
name in 1967 door C. J. van den Broek was de zaak nog ge
ruime tijd bekend als de firma wed. J. A. B. Vouillaire.
Aan de winkel grenst een kamer met een fraai geornamenteerd
stucplafond en wandbetimmering. In deze betimmering waren
acht schilderijen opgenomen. Eén daarvan heeft betrekking op
de handel en is gedateerd 1774. Ook de betimmering en het pla
fond zijn toen aangebracht. De opdrachtgever was Jacob Nico-
laas Elout, die het hoekpand en het aangrenzende huis in 1769
kocht van Cornelis Elout, vermoedelijk zijn vader. Zestien jaren
later verwierf hij bovendien het volgende huis in de Warmoes-
straat, waar thans de toegang is tot de bovenwoningen.
De gevels hebben in de loop van de tijd hun oorspronkelijke
aanzien verloren. Toch tonen zij nog een evenwichtige indeling.
Bij de restauratie zijn de ramen van het hoekpand in kleinere
ruiten onderverdeeld. Voorts is aan de kant van de Warmoes
straat een uitgebouwd etalagevenster gemaakt en werden op de
verdieping twee ramen bijgeplaatst. De woonkamer daarachter
heeft een fraai uitzicht op de Vleeshal en de Grote Kerk. De
gevels van dit hoekhuis zijn vermoedelijk vernieuwd in 1810.
Het gedenksteentje naast de winkeldeur herinnert daaraan. Be
halve de datum, bevat het de initialen van eerder genoemde Cor
nelis Brouwer Bosch. Het door de huidige eigenaar bijgeplaatste
steentje vermeldt het tijdstip van de feestelijke oplevering van de
restauratie: 19 december 1974. De Amsterdamse architect G.
Prins maakte het plan; de in Egmond aan Zee gevestigde aan
nemer Jos Breed zorgde voor de uitvoering. Een bezoek aan dit
hoekje van de Warmoesstraat is een bijzonder genoegen gewor
den. Ook de andere hoek maakt een aantrekkelijke indruk sinds
daar een antiekzaak gevestigd is. En verderop in de Warmoes
straat is de ontwikkeling eveneens moedgevend voor de toekomst
van de binnenstad. Waar vroeger de gele wagens van „De Snelle
Visser in- en uitreden vinden we nu een smaakvol ingerichte
kunstnijverheidszaak.
„Hoe kunnen ze nou zoiets goedkeuren; dat past hier toch hele
maal niet?" Een vinger wijst naar een constructie van glas en
beton, ergens in de oude stad. Wij staan op een rommelig terrein