30
In het begin van het jaar werd het monument Spaarnwouder
straat 43 bezocht onder leiding van de heer Van Brugge. Op de
eerste verdieping werd achter een dichte kastenwand de admini
stratie gevonden van een voormalige bewoner, de heer Van Boek
hoven, die hier van 1875 tot en met 1914 een koper- en blik
slagerij had met annex winkel. De administratie bestond uit hon
derden rekeningen, kwitanties, aanmaningen, afleveringen van
het Zondagsblad, etc. De inventaris hierop is bijna klaar. Het
bevat ondermeer rekeningen van 370 verschillende Haarlemse
firma s en ruim honderd buiten Haarlem. Tevens is gestart met
het historisch onderzoek van dit pand dat in de loop van het jaar
is uitgebreid tot en met pand nummer 31 met het voormalige
Vissershofje aan het Korte Spaarne. Onder meer wordt getracht
de juiste ligging en grootte van de brouwerij de „Drie Leliën" te
bepalen en inzicht te verkrijgen in de 15de en 16de eeuwse be
bouwing aan deze kant van het Spaarne.
Tot en met maart werden opgravingen verricht op een binnen
plaatsje achter het pand Zijlstraat 94, waar een beerput met een
zeer rijke inhoud werd aangetroffen met voornamelijk zeven-
tiende-eeuws schervenmateriaal: veel aardewerk, glas en majo
lica. De restauratie hiervan vindt nog steeds plaats. Ook is een
begin gemaakt met het historisch onderzoek van dit huis.
In april werd op verzoek van de A.W.N. het pand Lange Raam
straat 34 onderzocht. Twee beerputten binnenshuis werden leeg
gehaald, gefotografeerd en uitgetekend. Behalve honderden pijpe-
koppen was het overige materiaal van de zeventiende tot en met
de vorige eeuw weinig in aantal en zeer fragmentair. De vondsten
en de ligging der putten waren goed te corresponderen met de
uitkomsten van het archiefonderzoek. Een rapport werd samen
gesteld dat zal verschijnen als publicatie van het Haarlems Bo
demonderzoek.
In de toekomst zullen alle archeologische onderzoekingen op
deze manier gepubliceerd worden met een kort historisch over
zicht van het desbetreffende pand. Het uitgebreide historisch
onderzoek kan dan misschien in het jaarboek van de Vereeniging
„Haerlem" verschijnen. Te uitvoerige of te specialistische onder
werpen komen als apart rapport uit van de Historische Werk-