335
gen, verkenningen verricht zonder aanwijzingen van oudere be
woning dan hier en daar hoogstens 14de eeuw.
In augustus en september werd gegraven in de achtertuin van het
pand Kruisstraat 26. Hier bevond zich op het grijze zand slechts
ophoging met zwarte grond tot op het maaiveld. Wel werd nog
een deel van een oud veldkeien straatje aangetroffen, op het
huidige maaiveld.
In oktober werden een verkenning en enkele boringen gedaan
in de achtertuin van Ged. Oude Gracht 60, doch hier moesten
wij helaas plotseling plaatsmaken voor de aannemer.
Tenslotte werden tezamen met de Historische Werkgroep Haerlem
in het terrein van het afgebrande pand hoek Paarlaarsteeg/Ko-
ningstraat onderzoekingen gedaan. Ook hier diepe kelders tot
in het zand. Uit een groot aantal beerputten kwam vrij veel
aardewerk, hoofdzakelijk 17de, 18de en 19de eeuw.
In januari 1975 kon worden gestart met een tweede opgraving
op het Begijnhof. De eerste opgraving van enkele jaren geleden
werd tentoongesteld in het Bisschoppelijk Museum te Haarlem
in het kader van een expositie voor de restauratie en renovatie
van het Begijnhof in het Monumentenjaar 1975.
Werkgroep Veisen
De in de winter 1973/74 begonnen opgraving in de polder ten
oosten van Velsen, waar veel vroeg-Romeinse archeologica (15-
30 na Chr.) kon worden geborgen, is voortgezet. Langs de nog
duidelijk waarneembare oever van het oer-IJ werden enkele
palenrijen vastgesteld.
Het is nog niet duidelijk voor welk doel deze palenrijen zijn ge
weest, alhoewel de gedachte aan een aanlegplaats voor de Ro
meinse en inheemse schepen het meest waarschijnlijk lijkt.
Meer dan 130 pottebakker-stempels op terra sigillata fragmenten
konden worden geborgen, waaronder talrijke van arretijnse wer k
plaatsen. Enkele kunstig gesneden gemmen kwamen te voorsc ijn
(afb. 2). De opgraving geschiedde in samenwerking met et n-
stituut voor Pré- en Protohistorie van de Universiteit van Am
sterdam.
J. SCHIMMER