339
De Stichting „Diogenes Haarlem" in 1974
Op een vraag, waarom hij altijd de mensen en hun werk en
problemen tot onderwerp van zijn schrijven kiest en.nooit de
natuur en het buitenleven, antwoordde Marnix Gijsen kort ge
leden in een interview: „Ik ben een echte man van de stad, met
ziin gezelligheid en winkels en cafés en menselijk verkeer en
vertien De natuur is voor mij slechts de afstand tussen twee
Daf kan wat gechargeerd lijken, maar dat gevoel, die instelling
ft tTsteeds meer mensen. En dat is goed, maar dan moet die
stedelijke sfeer ook gepaard gaan met voldoende wooncomfort
en goede stedelijke voorzieningen aan bestrating en groenJ°°
ziening en terugdringen van onnodig autoverkeer. En vooral ook
goeTe moderne en gerieflijke woonmogehjkheden in de bes aam-
de woningen. „Diogenes Haarlem" doet zijn uiterste best om
daaraan zoveel mogelijk mee te werken. Het bestuur ondervin
ook alle medewerking van de overheid en vindt ^erklankjj
velen getuige onze lijst van donateurs, en onz
250 gegadigden voor he, wonen in een gerestaureerde won, g
die op de monumentenlijst staat. Daarvan hebben w,j er nu ten
naaste bij vijftig klaar gemaakt, bijna allemaal van onbewoonbare
rvtvln'plen. „Doortastend en deskundig" zou voor D,O
genes-Haarlem" een aardige variant zijn op het dev.es
Natuurmonumenten'
Van de Frans Halshuisjes aan het Groot Heil.glan zijn
tien bewoond door enthousiaste huurders, en de overige acht
komen in april gereed voor bewoning. Onze ar^»tcctcn
Van Rossum zijn er in geslaagd bijzonder gerieflijke en sfeervol e
woningen te maken van die kale ziekenhuis-bedrij sP^deen'Gracht
Ook in het door ons aangekochte pand Gedemp
60 wordt hard gewerkt om de vier appartementen, de ruime
woning in de tuin en het advocatenkantoor op de begane grond
midden 1975 gereed te krijgen. En het i^"teressant
hoe de 18de-eeuwse stuc-versieringen op de plafonds en scho
stenen weer worden bijgewerkt, hoe zo'n monumentale voordeur