36 samenhing, trad hij daaruit in het licht van een nieuwe kunst opvatting die hem beter aansprak. Samen met Janus Wagemaker en Piet van Egmond vormde Ab Loots een driemanschap op de overgang van het impressionisme naar het expressionisme, ver want enigszins aan de Bergense school in haar beste jaren, maar in geheel eigen Haarlemse potaarde. Hun wegen gingen later weer uiteen. Ze zijn nu alle drie dood, maar behouden hun vaste plaats in de ontwikkeling van de moderne Haarlemse kunst in het tweede kwartaal van deze eeuw. Ondanks haar Hollandse tonaliteit had de kunst van Ab Loots in kleur en vorm een zuidelijke inslag, die zowel naar Brabant als naar Lrankrijk zweemde, landouwen waar hij vroeger lange tijd en bij voorkeur vertoefde. Hij schilderde landschappen, stil levens en stadsimpressies en ook, als een echo uit zijn jeugd, religieuze verbeeldingen in een vrije en, om zo te zeggen, „buiten kerkelijke" trant; zijn voorliefde voor het kind bleek in zijn kersttaferelen. Hij was vooral een meester in het kinderportret, waaronder zich zijn mooiste werken bevinden. Hoewel zelf kin derloos heeft hij kinderen bemind en begrepen als weinig ande ren. En zij hem, - want deze man was voor hen een broer, een vader en een grootvader tegelijk. Niemand kan, met alleen pictu rale gaven, het kind zó schilderen als hij het deed. „Laat de kinderen tot mij komen want hunner is het Rijk der Hemelen," heeft Christus gezegd. Welnu, Ab Loots kon ongemerkt tussen hen in gaan staan. Hij was er geen verstekeling. Hij had tevens een bijzondere gave om met de opgroeiende jeugd om te gaan, met de pubers en de langharigen, zonder dat hij daarvoor een speciale methode hoefde te volgen; zijn aanwezig heid en zijn persoonlijkheid waren al aantrekkingskracht genoeg. Talloze leerlingen heeft hij gehad, juist onder amateurs en zon dagsschilders, die in hun vrije uren optrokken naar zijn landelijke huisje aan de Marcelisvaart, een unieke plek, een oase vlak onder de rook van de stad, een stukje paradijs dat nog niet ver loren was. Uniek, omdat het zo precies paste bij de kunstenaar die hij was. Het zat hem als gegoten. Daar heeft hij veertig jaar gewoond, samen met zijn vrouw, de borduurnaald-kunstenares Cor Bossard. Daar waren zij in hun roerige jaren het middelpunt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 38