48
cijferde heeft hem een levensloop doen volgen van onbaatzuchtig
dienstbetoon; de warmte van zijn hart gaf hem zijn vrienden en
zijn plaats van vertrouwen in elke kring die hij betrad; zijn goede
smaak, zijn diepe innerlijke beschaving gaven hem toegang tot de
vreugden van kunst en cultuur; ontvankelijkheid voor vreugde
heeft zijn leven met alle tegenslag en leed tot een gaaf en dank
baar te gedenken gebeuren gemaakt.
Van veel belang voor zijn geestelijke groei was zijn activiteit in
de AJC, de organisatie die zoveel voor de culturele ontwikkeling
van jeugdige socialisten heeft betekend en waarin talrijke van
onze voor- en naoorlogse bestuurders hun vorming hebben ont
vangen.
Mensink begon zijn loopbaan als jongste bediende op het kantoor
van een gerechtsdeurwaarder en later als bediende op een advo
catenkantoor. Zijn benoeming, in 1949, tot medewerker van de
dr. Wiardi Beekman Stichting, het wetenschappelijk bureau van
de PvdA, opende de mogelijkheden tot nadere studie en tot ver
breding en verdieping van zijn kennis. Al spoedig daarna volgde
het raadslidmaatschap van Haarlem en het lidmaatschap van de
Staten van Noord-Holland, in 1958 culminerend in de verkiezing
tot lid van het college van Gedeputeerde Staten van die pro
vincie.
Zijn gehele leven beheerste hem zijn strijdlust en zijn onwrikbare
gehechtheid aan de socialistische beweging die zijn strijd vorm
gaf en die hij met al zijn gaven heeft gediend.
Mensink verbond aan deze maatschappelijke en politieke strijd
baarheid het verantwoordelijkheidsbesef van de jurist. Het recht
- zijn gemankeerde loopbaan - was de stevige wapening van de
maatschappij die hij voorstond.
In dit recht begreep hij duidelijk ons nationaal rechtsbestel met
instanties als gemeente en provincie; zijn politieke loopbaan heeft
het mogelijk gemaakt dat hij zijn gaven en werkkracht heeft
mogen geven aan de provincie Noord-Holland.
Als Statenlid, als lid van Gedeputeerde Staten heeft hij zich ten
volle mogen ontplooien en op het ruime arbeidsveld van de pro
vincie heeft hij zijn veelzijdigheid kunnen tonen.
Economische zaken en werkgelegenheid waren een zware porte-