57
dan om alles wat men voor eigen gebruik en dat zijner gasten
nodig heeft te betrekken uit de eigen boerderij! We kunnen er
zeker van zijn dat familie en vrienden uit de stad 's zomers vaak
bij de Guldewagens hebben vertoefd om er van de heerlijke na
tuur te genieten. Evenzo zal dit het geval geweest zijn in de
herfst tijdens de vogeltrek om zich op de Veen-en-Duinse vinken-
baan naar hartelust te vermaken met de vinkerij, het in die dagen
zo bij uitstek geliefde tijdverdrijf in de binnenduinstreek.
In welk jaar mr. Guldewagen de boerderij liet bouwen weten
we niet. Dat dit vrij spoedig was nadat zijn echtgenote en hij de
hofstede in hun bezit kregen en hij nabijgelegen landerijen aan
kocht, valt wel te veronderstellen. In elk geval moet de bouw
vóór 1751 hebben plaats gevonden, want wanneer de Gulde
wagens in dat jaar hun testament laten maken, legateren zij aan
hun schoonzoon mr. Mattheus Willem van Valkenburg, raad en
oud-schepen enz. der stad Haarlem, de buitenplaats Veen en
Duin „ende daarbeneevens de boerewooning en landerijen daar
bij behoorende, alsmeede nog het vee, boeregereedschappen en
't geen daar verder toebehoord;" Hieruit volgt dus dat de
boerderij tussen de jaren 1734-1751 is gebouwd.
Het echtpaar Guldewagen-Crommelin bezat slechts één kind, de
dochter Maria. In de meimaand van 1738 werd de 18-jarige
Maria de bruid van de nog geen 20 jaar oude Mattheus Willem
van Valkenburg, heer van Callantsoog. Na zeven jaren werd een
zoontje geboren, dat de naam Cornells Dammas Guldewagen van
Valkenburg ontving. Ruim een maand na zijn geboorte stierf de
jonge moeder, vijf weken na haar volgde het zoontje.
Hoe goed de verstandhouding tussen schoonouders en schoon
zoon was, ook nadat hij enige jaren later was hertrouwd, blijkt
uit het feit dat de Guldewagens hem volgens hun testament in
1751 hun buiten Veen en Duin c.a. legateerden. Nog meer kwam
dit tot uiting toen na het overlijden van haar echtgenoot in 1761
Vrouwe Guldewagen haar schoonzoon Van Valkenburg reeds
bij haar leven in het genot stelde van de gelegateerde hofstede,
waarbij hij dus tevens eigenaar werd van de bij Veen en Duin be
horende boerderij.
Vijf jaar eerder - in 1756 - had mr. Van Valkenburg de aan de