73 Maar sedert enkele jaren is dit zo schilderachtige gezicht verloren gegaan, hetgeen ongetwijfeld een verlies betekent. De gemeente Bloemendaal kocht omstreeks 1960 van de verschillende eigena ren het huis waar Bordes woonde, de boerderij van Sintenie en de woning van Bersee benevens bijbehorende landen. Motief voor deze aankopen was woningbouw. Reeds in 1962 begon de ge meente met het bouwrijp maken van de gronden, in daaropvol gende jaren verrezen hier de flatgebouwen aan de wegen Veen en Duin en Pieter Keijlaan, alsmede enige bungalows aan de Ken- nemerweg. Tengevolge van een onteigeningsprocedure verkreeg de gemeente eerst later de eigendom van boerderij en hoveniers woning, zodat pas in 1967 de afbraak van beide percelen plaats vond. Het oude blekersperceel dat na de dood van Bordes in 1968 hoe langer hoe meer in verval was geraakt, onderging het zelfde lot; in 1971 werd ook dit gesloopt. Alleen de oude note- boom bleef er staan als enig overblijfsel op deze historische plek, maar in de herfst van 1973, toen het terrein voor woningbouw werd geëgaliseerd, verdween ook deze laatste herinnering. Een bijzonder pittoresk stukje Bloemendaal was voorgoed verleden tijd geworden. Nadat het lot van dit mooie perceel was bezegeld, slaagde het Aannemersbedrijf Witkop er te elfder ure in met de gemeente Bloemendaal een overeenkomst te sluiten inzake het slopen van het pand. Zodoende kon althans het materiaal voor een groot deel behouden blijven en worden verwerkt in de boerderij Veen en Duin (Steentje voor steentje werd met de hand afgebikt). Zo slaagde men er b.v. in een cirkelvormig stukje metselwerk van 'gezaagde stenen' ongeschonden over te brengen in de gang die leidt naar het kantoorgedeelte. Vele Oudhollandse klinkers von den een plaatsje in de gerestaureerde gevels, evenals een intact gebleven raam (zie foto). Het overige houtwerk was reeds te veel vermolmd om nog te kunnen worden gebruikt. Graag had men ook de oude noteboom overgeplant, maar dit gelukte jammer genoeg niet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 75