114 In 1926 viel tenslotte de beslissing: het Paviljoen zou zetel wor den van het provinciaal bestuur van Noord-Holland, en de Maat schappij voor Handel en Nijverheid ruimde hiertoe het veld. De School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambach ten ging in 1927 op in het Instituut voor Kunstnijverheidsonder wijs te Amsterdam. Op de plaats van de school verrees in 1929 een aanbouw, naar ontwerp van de rijksbouwmeester Ir. G.C. Bremer. Het Paviljoen werd toen grondig gerestaureerd. De 18de-eeuwse toegangspoort aan de kant van de Dreef, afkomstig van „Hoffwerk", een ver dwenen buitenplaats aan de Vecht, in 1894 geplaatst tussen het Paviljoen en de school voor Kunstnijverheid werd de entree tot het Provinciehuis. Het huis werd zoveel mogelijk ingericht in de stijl uit de tijd van de bouwheer. Als voorbeeld diende daarbij de enkele meubelstuk ken van hem afkomstig, die alle avonturen hadden overleefd. Vele gemeenten en instellingen in Noord-Holland gaven geschenken ter aankleding van het Provinciehuis. Ze werden voor het merendeel vervaardigd onder auspiciën van de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst, en het zijn fraaie staaltjes van kunstnijverheid uit deze periode. In de Statenzaal en de aan grenzende zalen, de voormalige kunstgalerij van Hope, werden de lege wandvlakken opgesierd met gobelins naar ontwerp van Chris de Moor en Willem Arondeus. De grote klok in de Statenzaal werd ontworpen en vervaardigd door Jan Eisenloeffel. De vroege re billardkamer, later koninklijke eetkamer, nu antichambre van de Commissaris der Koningin, kreeg een eikehouten wandbetim- mering, naar ontwerp van de architect A.P. Smits. In de nieuwe vleugel verdient het grote glas-in-lood-raam in het trappenhuis bij de hal, naar ontwerp van Willem Bogtman, de aandacht. Ook de tuinaanleg was volgens de omvangrijke lijst van geschenken een cadeau. De ontwerper was de architect van de nieuwe vleugel, de rijksbouwmeester Ir. G.C. Bremer. Op 15 mei 1930 werd het huis in gebruik genomen door het provinciaal bestuur. Het Provinciehuis bleek te klein in de jaren '60 en daarom werd de vleugel van Ir. Bremer verhoogd met een verdieping. Vervolgens werden nog twee vleugels aangebouwd;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 116