138 deels „de patriotsche partij waren toegedaan" en waarvan hij één der oprichters was36). Na 1795 bekroonde Loosjes zijn politieke loopbaan als lid en president van het Provinciaal Bestuur van Holland37). Adriaan Loosjes was beslist niet de enige onder de doopsgezinden die een vooraanstaande rol speelde in de Haarlemse patriotten- beweging, al is hij misschien te veelzijdig om volledig exempla risch te zijn. In „Pro Aris et Focis", in de Burgersociëteit en het College van Burgergecommitteerden waren de doopsgezinden re latief sterk vertegenwoordigd38). Cultuur Al was Haarlem dan economisch in verval, cultureel maakte het in de tweede helft van de achttiende eeuw een zekere bloei door. Dit was vooral te danken aan het verlangen van de opkomende burgerklasse om zich geestelijk te ontplooien: „de ontwikkelde burgerij ging zich ter voldoening van haar culturele behoeften organiseren in tal van genootschappen, die zich de beoefening van wetenschap, kunst en letteren ten doel stelden39). Terwijl in het buitenland de vorst de wetenschap bevorderde door de oprichting van academies (zoals de Royal Academy in Engeland), was men in ons land meer aangewezen op de plaatselijke belangstelling en steun van de burgerij. De Hollandse „behoefte aan sociaal contact en gezelligheid", die men vond in de geregelde bijeenkomsten van de genootschappen, verklaren de groei ervan ook voor een deel40). In de genootschappen speelden vooral de protestantse dissenters, doopsgezinden en remonstranten, een grote rol. Veelal behoorden zij tot de oprichters en bestuurders ervan. Sommige genootschap pen waren plaatselijk, andere hadden in Holland en zelfs in ande re gewesten afdelingen of „departementen". In de genootschap pen heerste in het algemeen een verlichte, ondogmatische geest. Al hield geen ervan zich met politiek bezig, juist hun verlichte karakter maakte het vanzelfsprekend dat de meeste der genoot schappen in de patriottentijd de zijde van de vrijheid kozen41). In Haarlem ontstond in de tweede helft van de achttiende eeuw een aantal genootschappen dat zelfs voor menige buitenlandse

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 140