139
bezoeker aanleiding was op hun reis door de Republiek ook
Haarlem aan te doen42).
Daar is allereerst de Hollandse Maatschappij van Wetenschappen,
in 1752 door een aantal Haarlemmers opgericht, en tegenwoordig
het oudste wetenschappelijke genootschap van ons land43). Aan
vankelijk als onderafdeling hiervan, maar spoedig zelfstandig,
volgde in 1777 de Oeconomische Tak (nu: Nederlandsche Maat
schappij voor Nijverheid en Handel), een meer praktisch-gericht
genootschap, met als doel „een keer tot stand te brengen in het
voortschrijdend verval van Hollands welvaart"44).
Het aantal patriotten onder de leden van de Oeconomische Tak
was zo groot dat het ledental in 1787 sterk daalde, doordat velen
van hen naar het buitenland vluchtten45).
Uit een legaat van de doopsgezinde zijdehandelaar Pieter Teyler
van der Hulst werd in 1778 Teylers Stichting opgericht. Deze
Stichting omvatte een Godgeleerd Genootschap, een Tweede Ge
nootschap, gericht op de bevordering van natuur- en letterkunde
en een museum, het eerste van ons land46).
De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen was in 1784 door Jan
Nieuwenhuijzen opgericht. Het „Nut", niet van Haarlemse oor
sprong, stelde zich de volksontwikkeling ten doel. De leden van de
Nutsdepartementen in Haarlem behoorde Loosjes in 1789 tot
de oprichters waren vrijwel zonder uitzondering patriotten47).
Het departement Haarlem richtte onder andere een „Leesbiblio
theek voor den zoogenaamden gemeenen man" op (17 94)48).
De Opregte Haarlemsche Courant verscheen drie maal per week
en gold ook buiten de stad als een toonaangevend blad49). In 1791
legden de Haarlemse boekverkopers een lijst van ruim honderd
kranten en tijdschriften aan de stadsregering voor, met het ver
zoek om toestemming om deze te mogen verkopen. Deze indruk
wekkende lijst geeft een goed beeld van wat men zoal in geletterde
kringen las: bladen uit geheel West-Europa vonden hun weg naar
Haarlemse lezers50).
Bestuur en rechtspraak
Tot 1795 was het bestuur (en de rechtspraak, die natuurlijk nog
niet onafhankelijk was) in handen van een betrekkelijk klein aan-