140
tal vooraanstaande families. Namen als Van Sijpesteijn en Van
Styrum komt men gedurende de achttiende eeuw in vele rege
ringsfuncties tegen.
Al in de 17e eeuw was het in veel Hollandse steden gebruikelijk
onder de regentenoligarchie om door middel van „contracten van
correspondentie", afspraken te maken om elkaar de bal, i.e.
winstgevende regeringsfuncties, toe te spelen. Voor Haarlem zijn
hierover wat betreft de 17e eeuw geen gegevens. Over de 18e
eeuw is echter meer bekend.
Vanaf 1718 bestond er ook in de Haarlemse vroedschap een cor
respondentie (denigrerend „cabaal" genoemd), die er in dat jaar
in geslaagd was het aantal vroedschapsleden van 32 tot 24 terug
te brengen om „de voorsz. vroetscapsplaatsen des te aensienlijc-
ker ende profitabelder (te) maeken"51). Na het herstel van het
stadhouderlijk gezag in 1747, werd ook in Haarlem de regering
gewijzigd. De stadhouder Willem IV zond twee commissarissen
naar de stad om de regering te veranderen. Zij brachten de vroed
schap weer op 32 leden, ter voorkoming van het formeren van een
correspondentie. In totaal werden er 15 nieuwe leden benoemd,
„maar ook deze waren uit de aanzienlijkste families gekozen'
Nog steeds was er „krachtige kern van voorstanders der ware
vryheyt' aanwezig"52). Dit leidde in 1755 alweer tot een nieuwe
cabaal, bestaande uit 20 van de 32 vroedschapsleden55). Naar
aanleiding hiervan ontstond een conflict met prinses Anna, die
van 1751 tot 1759 „Gouvernante" was voor haar minderjarige
zoon, Willem V. Op dit conflict kom ik in het volgende hoofdstuk
terug.
Inmiddels was de regeringsverandering in 1751 vastgelegd in een
regeringsreglement, dat, met een korte onderbreking in 1787, tot
1795 van kracht bleef54). Volgens dit reglement bestond de vroed
schap uit 32 leden. Bij „overlyden of andersints" vulde de vroed
schap zichzelf aan door middel van coöptatie. Om tot lid benoemd
te worden gold een aantal voorwaarden: alleen zij die „behoorlyk
gequalificeerd, gegoed en doende openbaere professie van de wae-
re Christelyke gereformeerde religie" waren, kwamen in aanmer
king. Natuurlijk moest een kandidaat poorter van Haarlem zijn,
tenminste tien jaar. Zij die gehuwd waren met een burgeres hoef