141 den pas drie jaar poorter te zijn. Vader en zoon of twee broers mochten niet gelijktijdig leden van de raad zijn. Graden van ver wantschap in de derde en hogere graad waren wel toegestaan. Eens per jaar, op 7 september stelde de vroedschap een dubbeltal kandidaatburgemeesters op (een nominatiewaaruit de stadhou der dan vier burgemeesters koos (electie). In Haarlem had de stadhouder niet het recommandatierecht (het recht om personen aan te bevelen voor een nominatie). Op afschaffing van dit recht werd door de patriotten sterk aangedrongen55). De zeven schepenen werden op dezelfde wijze als de burgemees ters benoemd. Zij vormden met de schout of hoofdofficier (de vertegenwoordiger van de „Hooge Overheid'de Vierschaar. De schout was verantwoordelijk voor de openbare veiligheid, trad op als eiser in criminele zaken en leidde het vooronderzoek. Rechts zaken werden behandeld door de Vierschaar of door het Gerecht (Vierschaar burgemeesters). Het laatste was het geval, wan neer het criminele zaken tegen poorters betrof56). Daarnaast was een groot aantal (vaak lucratieve) ambten het mo nopolie van de leden van de vroedschap. Zij benoemden uit hun midden onder andere de twee stadsthesauriers, de weesmeeste- ren, de „Rentmeesters der stedelijke goederen en ambten", de kerkmeesters, de commissarissen der Amsterdamse en Leidse Trekvaart etc. Aan de vroedschap waren nog twee belangrijke functionarissen verbonden, de pensionaris en de stadssecretaris (die overigens geen deel van de vroedschap uitmaakten). De pensionaris „moest alle de Stads zaken, zoo binnen als buiten de Stad waarnemen, de Regering met zijnen raad dienen, met de Afgevaardigden ter dagvaard gaan, en in geschillen, welke de Stad met andere steden hebben mogt, haar belang bevorderen ."57). Het „ter dagvaard gaan" betrof de Haarlemse vertegenwoordiging in de Staten van Holland: Haarlem was immers één der achttien stemhebbende steden in die vergadering. Tot 1787 had Haarlem twee pensiona rissen, Mr. Adriaan Zeebergh en Pieter Leonard van de Kasteele, die beiden als vooraanstaande leiders van de patriotten van hun functie veel meer maakten dan een „bezoldigd ambt' De Stadssecretaris werd door de vroedschap benoemd. Tot 1788

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 143