146
mandant was, werd er enthousiast geoefend in de wapenhandel en
het exerceren8). Tijdens zijn commando verwijderde men het
oranje uit de vaandels9). Canter Camerling streefde naar een fusie
van het vrijcorps met de schutterij, hetgeen in 1787 tenslotte ge
lukte. Nadat de stadsregering er zijn goedkeuring aan gehecht had
ging op 2 april 1787 een nieuw reglement van de schutterij in.
Krachtens dit regelement werd „Pro Aris et Focis" als derde
bataljon bij de stadsschutterij ingelijfd. Tegelijkertijd werd er een
beperkte democratisering doorgevoerd. Voortaan mochten de
schutters hun onderofficieren en officieren zelf kiezen, uit een
door de Krijgsraad opgemaakte nominatie.
Uit deze fusie blijkt wel dat de Haarlemse schutterij geen oranje
gezind bastion was, zoals elders. Vrijcorps en schutterij stonden
ideologisch dicht bij elkaar. Typerend voor de democratische ge
zindheid in de schutterij is dat één der jonge officieren, de druk
ker Johan Enschedé, een voorstel om vroedschapsleden hun be
voorrechte positie in de Krijgsraad te ontnemen, er door kreeg,
nog vóór de fusie met het vrijcorps een feit was10).
In september 1786 bezetten troepen van de inmiddels uit Den
Haag gevluchte stadhouder de overwegend patriotse stadjes Hat-
tem en Elburg. Met dit wapenfeit begon de burgeroorlog. De
Staten van Holland zagen hier reden in om een cordon, bestaande
uit vrijcorpsen en geregelde troepen langs de oostgrens van de
provincie te leggen. In mei 1787 werd Utrecht, sinds augustus van
het jaar daarvoor een democratisch geregeerde stad, binnen het
cordon getrokken. In het Comité van Defensie, het hoofdkwartier
van de provinciale organisatie van vrijcorpsen te Woerden, had
Canter Camerling zitting11). Verscheidene malen trokken vrijwil
ligers van Pro Aris et Focis en de schutterij richting Utrecht om
het cordon te versterken12).
Over de Burgersociëteit is weinig bekend. Gegevens over ledental,
de onderwerpen die er werden besproken en organisatie, zijn,
door het ontbreken van een archief, schaars. Alleen De Koning,
en een enkele brief stellen ons in staat er iets over te zeggen.
De sociëteit werd op 5 september 1786 opgericht13). Een groot
deel der leden zou uit katholieken en protestantse dissenters heb-