147
ben bestaan14). De bijeenkomsten vonden plaats in de „Gouden
Leeuw" in de Zijlstraat, vlak bij de Grote Markt. Dit logement is
vermoedelijk hèt ontmoetingspunt geweest van de patriotten.
Hier, en in het „Gulden Vlies" werden ook de inzamelingen ge
houden voor de vrijwilligers die naar Utrecht trokken15).
In de Burgersociëteit leefden radicalere ideeën dan onder de pa-
triotse regenten in de vroedschap. Vooral Adriaan Zeebergh werd
vaak scherp bekritiseerd. Toen de pensionaris in het voorjaar van
1787 bereid was een bemiddelingsvoorstel van de Raad van State,
dat onder pieer opheffing van het cordon bij Utrecht inhield,
onder bepaalde voorwaarden te aanvaarden, laadde hij de woede
van de Burgersociëteit op zich: „Hoe zeer voorheen als Volks
vriend geprezen, werd hij thans voor Aristocraat, met de haate-
lijkste bijnamen uit gemaakt". „De Burger-Societeit te Haarlem
(misprees) deeze gedragingen ten sterksten"16). Aristocraat was
wel het grootste politieke scheldwoord van deze tijd: „als partij
naam gebruikt zal het voor de middengroepen in de 18e eeuw
betekenen wat kapitalist voor de arbeiders van de 19e eeuw in
hield"17). Ook de tegenstem van Haarlem bij een voorstel om de
stadhouder te schorsen werd op rekening van Zeebergh geschre
ven, hoewel men kan verwachten dat deze mandaat kreeg van de
vroedschap.
Een brief over de eerste kwestie, afkomstig van de tien commissa
rissen van de Burgersociëteit, en gericht aan de vroedschap, is
bewaard in het gemeente-archief18). De meeste van de met name
genoemde commissarissen (waaronder de secretaris Adriaan
Loosjes) zouden in 1787 of na 1795 nog een rol in de stadspolitiek
spelen. Eén van de activiteiten van de commissarissen was het
opstellen en ter tekening leggen van adressen. De Koning noemt
hen „ad interim geconstitueerden voor het tekenen van adressen".
Eén zo'n adres, tegen het bemiddelingsvoorstel van de Raad van
State en aangeboden aan de Staten van Holland, verzamelde maar
liefste 1219 handtekeningen19). Dit maakt duidelijk dat een groot
deel van de burgerij (waarschijnlijk gegoeden en middenstand)
patriots was. Het getal van 1200 wil echter nog niet zeggen dat de
gehele burgerij patriots was. Het is immers slechts een minderheid
van de mannelijke volwassenen20)! Het is echter wel tekenend dat