156
geen meer democratische stroming was, voor wie de volksinvloed
veel groter had gekund. Kennelijk konden de Haarlemse patriot
ten zich verenigen met dit „grondwettige herstel". Slechts in één
geval werd het historische argument op losse schroeven gezet. In
een lofdicht op het Haarlemse voorstel in de Statenvergadering
schrijft Jacob van Dijk:
„Dat volk wil thans zijn pleit beslegten
En vraagt in dit gelukkig uur,
De vrijheid met de Burgerregten
Gegrond op de inspraak van Natuur"
en; „Elk Mensch is immers vrij gebooren,
Wat geldt dan Handvest en Costuim?"59)
Van Dijk was een uitzondering in 1787, misschien wel zonder dat
hij het besefte. Pas na de Franse revolutie „when the appeal to
history is surpassed by the call to abolish the past in the name of
Reason, then and only then does the Patriot movement take on
the color of true radicalism"60). Deze uitspraak van I.L. Leeb had
betrekking op de hele Republiek. In Haarlem wordt hij door de
gebeurtenissen van 1787 en 1795 bevestigd.
Het Reglement ,,in trein gezet"
Het is opvallend dat bij de totstandkoming en de inwerkingstel
ling van het nieuwe reglement zoveel haast gemaakt werd. In nog
geen vier maanden (april-augustus) was de commissie gereed met
haar werk. Natuurlijk had Graswinckel veel voorbereidend ar
chiefwerk verricht, maar het opstellen van het concept-regerings
reglement is toch zeer vlot verlopen. Wellicht is deze haast te
verklaren uit de zich inmiddels toespitsende politieke situatie.
In mei werd Utrecht binnen het cordon gebracht en kort daarop
werd prinses Wilhelmina, de vrouw van Willem V, bij Goejanver-
wellesluis door Hollandse vrijcorporisten tegengehouden. Daar
was reden genoeg voor; zij reisde immers naar Den Haag om met
haar komst het sein tot een orangistische contrarevolutie te geven.
De Hollandse patriotten voelden zich bedreigd, hetgeen zich uitte