163 kc undatie was echter „een plecht-anker, 't geen 't defensie-weezen le- zich voorbehield in den hoogsten nood uit te werpen"7). Daar dit 'e- uitsluitend de verdediging van Amsterdam zou bevorderen èn de vanwege de te vrezen schade, protesteerde de stadsregering heftig an tegen zo'n paardemiddel8). Zover is het echter niet gekomen: in de nacht van 30 september iet op 1 oktober overvielen Pruisische soldaten Halfweg en werd de he versterking veroverd. Eén compagnie stootte door naar Spaarn- in dam en bezette daar de sluizen. De vrijcorporisten die ontsnapten vluchtten naar Haarlem9). ad im In de bovengenoemde waarschuwing tegen ordeverstoringen werd iit- ook het dragen van oranje weer toegestaan. Twee dagen later (21 lat september), besloot de vroedschap het dragen van oranje linten ;en e.d. zelfs aan te moedigen, en wel omdat de Pruisen naderden èn He omdat dit de eensgezindheid zou bevorderen! Die dag werd ook De de oranje vlag gehesen op de toren van de Grote Kerk10). Dit te bewijst wel' dat men het hoofd in de schoot had gelegd, misschien sn) niet de meest moedige, maar wel de meest realistische houding, ijk Het zou zelfmoord betekend hebben om met een handjevol slecht in- bewapende schutters de stad tegen de overmacht van Pruisische Er soldaten te willen verdedigen. De schutterij beschikte maar over ie- zes veldstukken, waarvan vermoedelijk het merendeel naar het :en Hollands-Utrechtse cordon was overgebracht11), lie Nu de magistraat de komst van de Pruisen zo lijdzaam bleek af te >ok wachten, begon het in de stad onrustig te worden. Ik citeer de >nd Aantekeningen van Van der Vinne: „(op 24 september) is de rie vreugde onder 't gemeen seer groot en word de geheele stad met bogen versiert en 's avonds geilumineerd, het geen van dag tot dag ncr toeneemt en word te dien eynde geld opgehaald om bogen en lor ligten te kunnen koopen. Het geen zeer lastig is maar word om de cht rust te bewaaren in ruijmte gegeeven waardoor het ook rustig het blijft". De Koning rekent de Oranjegezinden „tot de smalle ge- ten meente te behoren en slecht geklede dronkelappen te zijn"12). Een am „Vreugdezang ter verheerlijking van den Heere Willem de Vijfde" ten waarvan de opsteller meer prinsgezind dan dichterlijk begaafd In- was, werd in de vorm van een aanplakbiljet verspreid, om uiting

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 165