169
vooral in de vroeg ingevallen winter van 1788-89 waardoor velen
„zonder hun toedoen tot eene staat van werkeloosheid (waren)
gereduceerd". Dankzij de halvering van het garnizoen kon de
vroedschap de belasting op 8 januari 1789 verlagen,35) maar uit
de resolutiën blijkt daarna regelmatig dat de inning op grote pro
blemen stuitte.
Op 13 maart 1793, de oorlog met Frankrijk was al begonnen,
vertrok het grootste deel van de nog aanwezige soldaten (ca. 300)
naar Den Haag, „laatende een klijn getal tot bezetting"36) na
bijna 6 jaar een zware aanslag op de beurzen der Haarlemse
burgers te hebben gedaan.
Regeringsverandering en zuivering
Vanzelfsprekend kon het democratische regeringsreglement geen
genade vinden in de ogen van het gerestaureerde bewind. In feite
werd het al buiten werking gesteld toen de vroedschap en burger
gecommitteerden op 25 september besloten 3 van de 4 niet beë
digde vroedschapsleden weer tot de vroedschap toe te laten (de
vierde, Mr. Jacob Hooreman had op 11 september ontslag geno
men, vermoedelijk omdat hij zich buiten Haarlem gevestigd
had)37). Op de vergadering van 1 oktober verschenen Vermeulen
en Decker in de vroedschap. Vermeulen tekende protest aan tegen
zijn uitsluiting sinds 5 september, en Decker sloot zich hierbij
aan38).
Nu was het van belang of de statenresolutie die alle resoluties die
de stadhouderlijke macht beperkten, introk, ook betrekking had
op de aggregatie van het nieuwe regeringsreglement. Dit was wel
waarschijnlijk: krachtens het reglement werd de Prins immers het
recht van electie ontnomen. Daarbij was het zeer twijfelachtig of
enige democratische vernieuwing stand zou kunnen houden, nu de
contrarevolutie in alle hevigheid losbarstte. Op voorstel van de
burgergecommitteerden werd een commissie, bestaande uit de
vroedschapsleden Van Styrum, Van Berkhout en Gallas naar Wil
lem V in Den Haag gezonden. Zij keerden terug met de medede
ling dat „Zijne Hoogheid zig op het Regerings Reglement niet
konde inlaten"39). Zo werd de schijn opgehouden dat dit een
kwestie was die de Staten geheel zelfstandig regelden. De ver-
