170
wachte beslissing kwam snel. Op 17 oktober deelden de Staten
van Holland mede dat de aggreatie inderdaad nietig verklaard
was, en bijgevolg het Reglement geannuleerd.
De burgerij werd door middel van een publicatie hiervan op de
hoogte gesteld40). Over de tekst hiervan ontstond enige opschud
ding in de vroedschap. Vermeulen protesteerde tegen de formule
ring „aggreatie op ons voornemen om, overeenkomstig het Recht
van deze Stad voortaan de electien zelf te doen". Naar zijn
mening was dit immers helemaal niet uit het „recht van deze
Stad" op te maken41)! Toen het bericht over de annulering binnen
kwam trokken de burgergecommitteerden hun conclusie: zij na
men ontslag en werden van hun eed op het regeringsreglement
ontslagen42).
Daarvoor hadden al drie stadsregeerders hun ontslag genomen.
Het was een gedwongen ontslag. Prinses Wilhelmina had de eis
gesteld - als onderdeel van de satisfactie - dat een aantal fervente
Hollandse patriotten direct uit hun functies ontslagen zou worden.
Op de lijst van 17 namen die zij aan de Staten van Holland
overhandigde, kwamen ook de namen van de twee Haarlemse
pensionarissen Zeebergh en Van de Kasteele en die van Canter
Camerling, lid van de Commissie van Defensie, voor. Zij be
schouwde deze zeventien, en in het bijzonder de leden van de
Commissie van Defensie als de „auteurs" van haar aanhouding
bij Goejanverwellesluis43). De drie Haarlemmers namen, nog voor
zij geremoveerd werden, op 11 oktober zelf ontslag, daar het hen
al ter ore was gekomen dat de Prinses hun aftreden geëist had44).
Nadat de annulering van het Regeringsreglement bekend was ge
worden traden nog drie vroedschapsleden af, omdat zij het niet
met hun geweten in overeenstemming konden brengen de eed op
een nieuw reglement af te leggen. Het waren: Cornelis Pieter
Baron van Leijden, Anthonie Kuits en Johan Arnoud Gallas45).
De vacante plaatsen bleven voorlopig onvervuld, aangezien men
eerst de op handen zijnde regeringsverandering wilde afwachten.
De enige post die wel vervuld moest worden was die van pensio
naris. Naar deze functie had de pensionaris van Schiedam, Mr.
Willem Jager, gesolliciteerd. Bij zijn benoeming ging men uiterst
omzichtig te werk. Eerst informeerden de gedeputeerden ter dag-