185
verkopen van kranten en periodieken aan een vergunning gebon
den zou zijn. De boekverkopers vreesden nu dat hun klanten hun
tijdschriften niet meer via de boekhandel zouden betrekken.
Daarom stuurden zij een lijst met meer dan 100 kranten, die door
hen verkocht werden, ter goedkeuring aan de burgemeesters. Of
deze lijst ook goedgekeurd is, is niet zeker; van de genoemde
periodieken zijn er in de brief vier doorgestreept, alle vier Franse
kranten. Wellicht zijn deze kranten verboden uit angst dat ze de
gevaarlijke ideeën van de Franse Revolutie hier zouden versprei
den. (Hiertegen pleit overigens dat veel namen van Franse kran
ten niet zijn doorgestreept)29).
De Opregte Haarlemsche Courant schijnt betrekkelijk weinig last
te hebben gehad van de censuur. Hoewel dit, door Joh. Enschedé
uitgegeven blad, in 1791 werd aangemaand niets gunstigs over de
Franse Revolutie te melden,30) blijkt uit een onderzoek naar de
houding van een viertal Hollandse kranten tegenover die revolu
tie, dat het Haarlemse blad „de gebeurtenissen in Frankrijk be
wondert"31). Dit verwondert ons niet van Enschedé, maar des te
meer van de burgemeesters! Met de lijst van verboden boeken van
januari 1789 waren de boekhandelaars nog steeds niet uit de pro
blemen. Er verschenen namelijk ook nog boeken (in het geheim)
die evenzeer „laesiefwaren, maar nog niet verboden. Dit pro
bleem deed zich voor bij de verwikkelingen rond het boekje „Ant
woord aan den schrijver van de Vrijmoedige Raad". In maart
1792 ontstond in Haarlem beroering rond twee anonieme pam
fletten, die kort na elkaar verschenen waren. De „Vrijmoedige
Raad aan de Inwooners van Nederland in 't Algemeen, en aan de
Burgery van Haerlem in 't byzonder" was een vrij onbenullig
werkje van nog geen 20 bladzijden, dat zonder het „Antwoord aan
den Schrijver van den Vrijmoedigen Raad" nauwelijks enige aan
dacht zou hebben gekregen. De schrijver van het eerste vlug
schrift, volgens eigen zeggen geen Hollander van geboorte, deed
met zijn werkje een ietwat naïeve poging om de politieke tegen
stellingen te verzoenen. Hij verwijt beide partijen onverdraag
zaamheid, en besluit met de woorden „leg van nu af alle Party
schappen af'. Een andere anonymus heeft zich zo kwaad gemaakt
dat hij er een „Antwoord" op schreef. Uitvoerig hekelt hij hierin