191 belangrijke functie in het Provinciaal bestuur. Wellicht hield deze verdenking verband met Loosjes' poging om Bilderdijk aan te trekken als correspondent voor de door hem uitgegeven Algemee- ne Konst- en Letterbode. Bilderdijk weigerde dit, daar hij vreesde dat Loosjes hiervan schade zou kunnen ondervinden in eigen patrio tse kring48). Geheel volgens het plan van de landelijke organisatoren werd in de nazomer de organisatie van „patriotten uit de volksklasse" ter hand genomen49). Onder de naam „Leesgezelschappen" werden er één a twee maal per week bijeenkomsten gehouden „om door voorlezing van Geschriften, over de belangen der Vrijheid en des Vaderlands, ene algemene verlichting, en, door gevoelens van Ge lijkheid, ene meerdere vereniging onder de Burgers te bewer ken"50). De bijeenkomsten van de Leesgezelschappen begonnen op 1 september, in een daartoe gehuurd huis aan het Klein Heilig land51). De vergaderingen moesten wel in een speciaal afgehuurd pand plaatsvinden, omdat de stadsregering op 30 augustus, kenne lijk op de h'oogte «van de oprichting der Leesgezelschappen, de herbergiers verboden had „besloote gezelschappen, vergaderingen of byeenkomsten" onderdak te verlenen52). De toeloop was in Haarlem èn elders in Holland zó enorm, dat de Staten kort daarop besloten maatregelen te treffen. In een resolutie werden Gecom mitteerde Raden (het uitvoerend orgaan van de Staten) gemach tigd deze „clubs" te „interdiceren, en dadelijk te beletten, des noods met de sterke hand" omdat „de Revolutie in Frankrijk zoo al niet dadelijk bewerkt, tenminste zeer sterk bevordert is door Sociëteiten, die onder de naam van Clubs vergaderen"53). De al een tijdlang broeiende onrust begon nu manifest te worden. „Telkens worden pasquillen en publicatien aangeplakt om de pa triotten aan te moedigen om aan de beveelen van de Staaten van Holland niet te voldoen, maar zig bijeen te voegen en als 't moge lijk is van de groote Lasten en onderdrukkingen te ontslaan" schrijft Van der Vinne. Sommige van deze pamfletten riepen op zich niet te laten misleiden door de bededagen die na het begin van de oorlog waren ingesteld, of riepen op om de „Pruijsen en Engelsen uyt het land te verdrijven"54). Het verbod op de Leesge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 193