194 had overtreden36). De werkelijk gevaarlijke mensen, het comité revolutionair, bleven buiten schot, hoewel men kan aannemen dat de stadsregering op de hoogte was van het bestaan van dit comité, gezien de contacten die Lestevenon met regeringsleden onder hield. Geheime voorbereidingen Na het verbod van de Leesgezelschappen werd de organisatie in het geheim, maar ongetwijfeld niet geheel verborgen (daarvoor omvatte het „complot" te veel mensen) voortgezet. We zijn over deze organisatie, en over de revolutie zelf, bijzonder goed inge licht, omdat de Revolutionaire Club kort na de omwenteling een boekje liet verschijnen, op verzoek van het stadsbestuur, dat een verslag van de revolutie en de voorbereidingen ertoe bevat. Bo vendien staan achterin de namen van allen die „tot de bovenge noemde Omwenteling hebben medegewerkt"57). De leiding van de nieuwe organisatie in cellen berustte bij de „dirigeerende Club" die uit 12 leden bestond, waaronder de meeste leden van het comité revolutionair. (Hoewel onze bron dat niet vermeldt is het aan te nemen dat het comité in deze dirige rende of revolutionaire club is overgegaan.) Telkens twee van deze „dirigerenden" vormden, met tien betrouwbare burgers, zes „cor- respondeerende clubs". De in totaal zestig gewone leden van deze clubs vormden weer een „volksclub", ook bestaande uit tien le den. Op deze wijze werden 660 burgers op drie niveau's (1 dirige rende, 6 corresponderende en 60 volksclubs) voorbereid op de revolutie. Alle leden legden een eed af, waarin zij zwoeren zich „als een rechtschapen Nederlander, krachtdadig, ja desnoods ge wapenderhand, te zullen verzetten, tegen alle overlast en geweld, die my, of andere myner medeburgers, welke staatkundige begrip pen zij ook mogen aankleeven, van wegens de Engelsche troup- pen, of het misleid gemeen, zouden kunnen aangedaan worden". (Het staatse leger was versterkt met Engelse hulptroepen.) Deze eed gaf de doelstellingen van deze organisatie slechts gedeeltelijk weer. Behalve de 660 leden der Volksclubs waren er nog burgers, die deze eed wel hadden afgelegd, maar niet in een club waren opge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 196