199
de nadering onzer Fransche vrienden, bereid waren de wapenen,
ter herwinning hunner Vrijheid, op te vatten", waarop het meren
deel bevestigend antwoordde2). Kennelijk vreesde het comité dat
er toch nog geweld aan te pas zou komen, hoewel er van de
schutterij, die niet zeer betrouwbaar was (in de ogen van de regen
ten) weinig te vrezen viel, en het garnizoen zeer klein was. De
Volksclubs waren echter wel groot in aantal, maar ook slecht
bewapend. In Amsterdam waren geheime wapenarsenalen aange
legd, in Haarlem was er in dit opzicht weinig voorbereid.
Toen op 18 januari ook nog het bericht kwam dat er 3500 man
staatse troepen in de richting van de stad kwamen, ontstond er
een lichte paniek, die echter snel verdween, toen bleek dat dit
ontwapende, „gedebandeerde" soldaten waren, die de stad niet
binnenkwamen.
Uit elke Volksclub werden vier man aangewezen om zich gereed
te houden op de dag van de revolutie. De animo hiervoor was
volgens ons verslag zo groot dat er in veel clubs geloot moest
worden. (Dergelijke gegevens zijn natuurlijk moeilijk controleer
baar; men bedenke in elk geval wel dat het „Kort Verhaal" in de
eerste plaats moest dienen om de heldenrol van de Volksclubs uit
de doeken te doen.)
Op zondagmiddag 18 januari vergaderde de Revolutionaire Club
vanaf twee uur in het huis van Lestevenon aan de Oude Gracht.
Daar werden de plannen voor de volgende dag voor het laatst
doorgenomen. Er werd een publicatie opgesteld, die de omwente
ling bekend moest maken, benevens de tekst van de „ontslagbiljet
ten", die aan de leden van de stadsregering zouden worden over
handigd. De corresponderende leden kregen opdracht de door het
lot aangewezen leden van hun volksclub om vier uur de volgende
ochtend te verzamelen in de logementen de Doelen en de Gouden
Leeuw in de Zijlstraat.
Slechts twee burgemeesters, Vermeulen en Wiardi waren deze dag
in de stad. Beiden kregen in de vroege ochtend bezoek van twee
leden van de Revolutionaire Club. Hiertoe waren met opzet twee
burgers uitgekozen „die nimmer deel aan de Stadsregering hadden
gehad", waarschijnlijk om duidelijk te maken dat het hier om een
revolutie ging en niet om de vervanging van de ene factie door een