Haarlem niet onopgemerkt was gebleven4). Ging het de patriotten
van 1786-87 nog voornamelijk om herstel van al dan niet bestaan
hebbende democratische vrijheden, in de jaren daarna had men
zich ook in ons land bezig gehouden met het probleem hoe een
ideale maatschappij ingericht moest worden. „Laten wij," aldus
Hovens, „daar de banden der Maatschappij, in welke wij tot hier
toe leefden, verzwakt en losgemaakt zijn, eene nieuwe Maatschap
pij vormen, gegrond op vrijheid en gelijkheid". Tevergeefs zal
men in Hovens' rede zoeken naar een beroep op de geschiedenis:
the appeal to history is surpassed by the call to abolish the
past in the name of Reason ,"5). Niet meer het „Recht van deze
Stad", maar de rechten van de mens waren bepalend geworden bij
de vorming van een nieuwe regeringswijze. Een ander opvallend
punt bij Hovens is het besef dat de revolutie een einde zou maken
aan het federatieve staatsbestel van de Republiek, met zijn vér
gaande autonomie van de verschillende eenheden: gewesten, ste
den etc. Juist dit federatieve systeem maakte van de Bataafse
Revolutie een verzameling revoluties: elk gewest, elke stad, elk
dorp kende zijn eigen omwenteling. Hielden de Haarlemse revolu
tionairen zich bezig met het opstellen van een nieuw stedelijk
reglement én het kiezen van een stadsbestuur, dan was dit nu
echter in het besef dat dit een tijdelijke oplossing was „tot zoo
lange door het gehele volk van Nederland eene algemeene verga
dering zal aangesteld zijn, en deze vergadering verordeningen en
wetten zal gemaakt hebben, naar welke wij ons vervolgens zullen
te gedraagen hebben."
Na Hovens' inleiding las Van Sijpesteijn het Provisionele Rege
ringsreglement (PRR) voor, dat in de voorgaande maanden was
opgesteld6). In een aantal opzichten deed het nieuwe reglement
nog aan het zojuist afgeschafte denken. De meeste regeringsorga
nen bleven onder een nieuwe naam bestaan, waarbij de personele
bezetting natuurlijk ingrijpende wijzigingen onderging. De vroed
schap zou voortaan Provisionele Stadsregering (PSR) heten, bur
gemeesters Comité van Zekerheid, hoofdofficier werd hoofd
schout en schepenen Comité van Regten en Justitie. Alleen het
ambt van pensionaris werd afgeschaft. Net zoals de vroedschap
voorheen de „gedeputeerden der dagvaart" aanwees, die Haarlem
201