202
in de Staten van Holland vertegenwoordigden, benoemden nu de
PSR de afgevaardigden naar de Provisionele Representanten van
het Volk van Holland, zodra dit college, kort na de revolutie,
de Staten vervangen had.
Het nieuwe van het reglement ligt in de wijze van benoeming van
het stadsbestuur. Alle mannelijke burgers boven de 18 jaar zou
den actief en passief kiesrecht krijgen (Joden en bedeelden waren
niet meer zoals in 1787 uitgesloten) en kozen op dezelfde wijze
als de burgergecommitteerden in '87 waren gekozen, de PSR: de
burgers van de 6 wijken (dezelfde wijken als in 1787) kozen
telkens vijf „kiezers", die tenslotte de 24 leden tellende PSR ko
zen. Deze zou twee maanden in functie blijven, waarna de burge
rij een nieuwe PSR kon kiezen of het mandaat van de oude ver
lengen, net zolang tot er een definitieve regeling voor het stadsbe
stuur getroffen was. De leden van de PSR zouden niet bezoldigd
worden.
Drie elementen maken de radicalisering van de patriotten tussen
1787 en 1795 duidelijk: periodiciteit, algemeen mannenkiesrecht
en openbaarheid. Dit laatste was geregeld in art. X, dat bepaalde
dat de PSR zou vergaderen in het koor van de Grote Kerk, „wan
neer zy allen byeen vergaderd zyn om over het algemeene welzyn
der Gemeente te beraadslagen".
Het ontwerp-reglement werd bij handopsteking aangenomen,
waarna de verkiezingen op 21 januari werden vastgesteld. Tot die
dag zou een commissie van zes personen, waaronder Van de Kas-
teele en Hovens, zorgen voor orde en veiligheid.
Evenals in de patriottentijd beschouwde men burgerbewapening
als de hoeksteen van de revolutie. Daarom werden er twee artike
len in het reglement opgenomen om de oprichting van een „Ge
wapende Burgermagt" te bespoedigen. De PSR kreeg het recht
om de commandant te benoemen, maar te zijner tijd mochten de
weerbare burgers zelf hun officieren kiezen. Daags na de verkie
zingen werd Jacob Jan Cambier in deze functie benoemd7). (Cam-
bier was in 1787 kolonel van de schutterij geweest.)
Op één terrein kan men op deze 19e januari van herstel spreken,
enige leden van de in 1788 afgezette gereformeerde kerkeraad
lieten de zittende kerkeraad 's avonds weten dat zij zich als ontsla-