203 gen dienden te beschouwen, en dat de oude kerkeraad weer was hersteld8). Met de zonder problemen verlopen verkiezing van de PSR op 21 januari was de revolutie volledig in het zadel gekomen. Van de Kasteele werd tot voorzitter van de PSR gekozen, en onder de leden van het stadsbestuur bevonden zich voor het eerst in de geschiedenis ook dissenters. De PSR telde zestien gereformeer den, zeven doopsgezinden en remonstranten en één katholiek, Pe trus Josephus Honoré. Als men bedenkt dat bijna een derde van de leden van de volksclubs katholiek was, dan is dit nog maar een pover begin van de emancipatie van deze bevolkingsgroep9). Bataven en Fransen Zonder geweld en zonder dat zich ook maar één Franse soldaat in Haarlem had vertoond was het ancien régime in Haarlem geruis loos verdwenen. Daendels' oproep aan de Bataafse natie „dat zij zich zelve vrijmake" was ook in Haarlem opgevolgd. Natuurlijk kan men onmogelijk beweren dat de revolutie geheel het werk is geweest van de revolutionaire burgers. Alleen de dreigende komst van de Fransen maakte het mogelijk dat de omwenteling zonder bloedvergiéten verliep. Terecht heeft men de Bataafse Omwente ling een fluwelen revolutie genoemd. Haarlem was in dit opzicht geen uitzondering. De Fransen kwamen hun belofte, waarover Daendels had geschreven, in eerste instantie na. In een bekendma king zegden de „representanten van het Franse volk" vrijheid van godsdienst en vrijheid van bestuur toe. Al op 20 januari werd dit in een in het Frans en het Nederlands gestelde publicatie bekend gemaakt10). De leden van de afgezette stadsregering werden mild behandeld. Natuurlijk waren zij uit al hun ambten ontslagen, maar geen hun ner is op enige wijze vervolgd. Wel werden zij in hun bewegings vrijheid beperkt. Dit was een gevolg van een maatregel van het Provinciaal Bestuur, tegen het „uitwijken bepaaldelijk der Regen ten, Amptenaars en Ministers van het voorig bestier" van 4 febru ari. Leden van de afgezette vroedschap mochten alleen de stad verlaten met toestemming van de PSR, en zij dienden zich één maal per week op het stadhuis te melden11).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 205