schijnen de meeste moeilijkheden uit de wereld geholpen te zijn.
Er bereikten het Stadsbestuur tenminste weinig klachten over de
assignaten.
Gematigden en radicalen
Wanneer men de namen van de leden van de PSR bekijkt, valt het
op dat daaronder vele voormalige regenten zijn of personen uit
regentenfamilies. Elf van de 24 waren vóór 1788 lid van de
vroedschap geweest en één van de „plaatsvullers" (een lijst van
reserves die vrijkomende plaatsen moesten opvullen) was vroed
schap geweest. Voorts waren drie leden kapitein in de schutterij
geweest. Eén was de zoon van een voormalig vroedschapslid19).
Deze samenstelling verklaart wellicht dat de tendens in de PSR
was dat de revolutie met de gebeurtenissen van januari en februari
beëindigd was. Met het ontslag van de leden van de oude stadsre
gering, de inwerkingtreding van het nieuwe reglement en de ver
wijdering van de wapenborden uit de Grote Kerk20) achtten de
meeste PSR-leden de revolutie geslaagd.
Al spoedig trad aan het daglicht dat een belangrijk deel van de
bevolking daar anders over dacht. De „gemeene burgerij" meende
dat de revolutie nog lang niet beëindigd was. Voor het eerst kwam
er iets naar boven van wat die „gemeene burgerij" voor zorgen
had. Regelmatig wendden burgers en burgeressen zich tot het
stadsbestuur. Uit hun brieven blijkt dat zij van de revolutie ook
sociale verbeteringen verwachtten. Een deel van zo'n brief, onder
tekend door drie burgeressen luidt:
„(ons dunkt) dat de tyd geboren is waar naa wy lang ver
lang hebben dat wy de Aristocraat die nimmer iets voor heeft als
sig vet te mesten van het sweet en bloed der arbeydslieden, te
beteugelen. Wy bedoelen hier mee de koopman, den boeropkoop-
ers, de koopman die voor de winter syn pakhuys dubbelt voorsien
heeft met allerley eetwaaren, nametlyk den kruydenniers, grutters
en booterkoopers, een aantal sulken synde die sig de naam van
patriot nog durven toeeygenen. Wy sullen er slegs drie opnoemen:
de grutters Van Rees en Dooyer, de kruydenier Van der Aa. Soo
ook de opkoopper van aardappels, die eeven gelyk het brood het
206