208
groosten voedsel van den gemene burger syn taafel uytmaaken.
Den boer, in weer wil van sheemels seegen over het gras, durft,
soo hy sy booter op de markt brengt, den armen burger 13 st.
voor de kop af persen, anders verkoopt hy alsy booter maar aan
de woekeraars van opkoopers, om voor haar langs den weg onge-
oorloofden schatten te vergaderen. Wy kunnen geensins
twyfelen aan ue. d.w.zvan het stadsbestuurburgerliefden, die
gy suit gevoelen voor ue. verarmde meedenburger en daar ver-
soekken wy ue. ook seer vriendelyk voorden burgerry te sorgen
om sulke handelswyse tegen te gaan. ,"21).
De duurte van de levensmiddelen hield aan, zodat het tenslotte
zelfs tot relletjes kwam. Op 23 maart „ontstond een oproerige
beweeging onder het gemeen veroorzaakt door de duurte der leev-
ens middelen. Een verbaazende meenigte, meest vrouwen ver-
zaamelde op de Botermarkt en wilde de prijs minder hebben dan
wierd aangebooden"22). Dit had in zoverre resultaat dat het stads
bestuur een nieuwe prijs vaststelde voor boter en aardappelen,
maar de klachten over de duurte bleven aanhouden.
De Hoofddirectie van de Volksclubs (die na de omwenteling ble
ven voortbestaan) maakte zich tot tolk van de ontevredenen. In
één van de vele brieven die zij tot de PSR richtte stelde zij voor
dat het stadsbestuur zich met de aanvoer en de prijzen van aard
appelen, het volksvoëdsel bij uitstek, zou gaan bezighouden. Het
bestuur achtte overheidsingrijpen echter te moeilijk23). Bij voort
during blijkt dat in de Volksclubs oppositie bestond tegen de te
gematigde koers van de PSR. In talloze kwesties diende de
Hoofddirectie, waarvan Cornelis de Koning enige tijd secretaris
was,24) het stadsbestuur van kritiek of suggesties. Zij eisten slui
ting van de „Orange Sociëteit in de Battejorisstraat waarin het
grootste gedeelte der afgezette vroedschappen met bijna alle de of
ficieren van Van Brakel daaglijks bijeenkomen" omdat „van hun
ne langmoedigheid niet kan gevergd worden, dat zij door die
Aterlingen nog langer naar de Oogen worde gestooken"25). De
PSR reageerde voorzichtig: het leek inderdaad dienstig, hoewel
het strijdig was met de „vrijheid en gelijkheid" om de sociëteit