209 te sluiten, maar het zou verstandiger zijn een „generaale voorzie ning" van het provinciale bestuur af te wachten26). Het beleid van de PSR kenmerkte zich vaker door een afwachten de houding. Slechts in een enkel geval nam zij een principiële houding aan. De eis van de Hoofddirectie om de „ieveraars van het Huys van Orange" uit overheidsposten te ontslaan, werd afge wezen. (Hierop was overigens een uitzondering gemaakt bij het ontslag van de provoost van het Diaconiehuis, die echter wel een pensioen kreeg)27). Ontzetting uit regeringsfuncties was, volgens de PSR terecht, maar ontslag uit lagere ambten zou deze mensen „in armoede dompelen"28). Een jaar later werd nog een poging gedaan om het ambtenarencorps te zuiveren. Het werk van de „commissie tot onderzoek van de politieke gedragingen der lands- en stadsambtenaren" resulteerde echter niet in ontslagen29). In deze commissie had ook Cornelis de Koning zitting. De herziening van het reglement De tegenstelling tussen gematigde en radicale democraten bereikte een hoogtepunt in de zomer van het revolutiejaar. Aangezien het regeringsreglement dat op 21 januari in werking trad provisioneel was en verre van compleet, moest het vervangen worden door een nieuw. Begin juni drongen de leden van de Volksclubs aan op een spoedige regeling van deze kwestie. Zij meenden dat de gebreken van het provisionele reglement ten dele oorzaak waren geweest van de geringe opkomst bij de verkiezingen (volgens hen was de opkomst van 600 bij de laatste verkiezing van PSR-leden, in mei, veel te laag: 2 a 3000 leek hen haalbaar)30). Het stadsbestuur ging onmiddellijk in op de suggestie van de Volksclubs om zo spoedig mogelijk een definitief reglement tot stand te brengen, en op 9 juni werden per wijk twee personen gekozen die tezamen met zes vertegenwoordigers van de PSR de „Commissie ter Revisie van het Provisioneele Regeringsreglement" zouden vormen. Deze commissie werd belast met het opstellen van een nieuw concept regeringsreglement31) Het concept-reglement en het daarbijgevoegde rapport werden op 10 juli ter inzage gelegd voor de burgerij32). Zij veroorzaakten een storm van protest. Van de gelegenheid om kritiek te leveren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 211