213
missie meende. Ook wees Loosjes er op dat onder degenen die
aan de revolutie hadden meegewerkt (de Volksclubs) vele bedeel
den waren. Zouden zij uitgesloten worden, terwijl zelfs in Frank
rijk „hoe moderaat tegenwoordig en hoe zeer zich verwyderende
van het zoogenaamd Sansculottisme" in elk geval zij, die de wa
pens voor het vaderland hadden gedragen, stemrecht hadden?
In haar rapport had de revisiecommissie al de argumenten gege
ven om bedeelden uit te sluiten. De „ontwerpers eener Revolutie
hebben geen het minste recht om een of andere classe hunner
medeburgers uit te sluiten"59) (Vandaar de bepaling in het provi
sionele reglement), maar „in een Maatschappy, gevestigd zynde
(cursivering van mij, RD), is het noodzakelijk sommigen uit te
sluiten, aldus de commissie. Anders „zoude al zeer spoedig niet
de behoeftige Gemeente van den Staat, maar de Staat van de
behoeftige Gemeente afhangen"40). Op deze wijze zou onderstand
een recht kunnen worden, in plaats van een guns tl Bovendien
konden zij die „het zy by winter of by ziekte, tydelyke ondersteu
ning" ontvingen wèl gebruik maken van het kiesrecht41).
In haar antwoord aan Loosjes wees de commissie nogmaals op de
omkoopbaarheid van de bedeelden: „Dit alles onderstelt nog niet
eene meerdere mate van bedorvenheid in de bedeelden, dan in
eenige andere Classe van menschen; maar zy zyn het welken in de
byzondere gelegenheid zyn in dit stuk bedorven te kunnen wor
den". De commissie ontkende dat er onder de revolutionairen van
19 januari bedeelden waren en zag dan ook geen aanleiding om
het reglement te wijzigen. Ook Loosjes' voorstel om de openbaar
heid van het bestuur te bevorderen door de wekelijkse uitgave van
een gedrukt verslag (èn volledig openbare vergaderingen) werd,
om financiële redenen, van de hand gewezen.
Met de publicatie van al deze stukken was voor een deel tegemoet
gekomen aan de eisen der radicalen. Wat betreft de inhoud van
het nieuwe reglement leden zij echter een nederlaag. Geen van
hun belangrijkste amendementen was overgenomen. Ook toen het
concept-reglement ten tweede male in stemming werd gebracht,
op 18 augustus, week het in niets af van het concept dat op 30 juli
aan de burgerij was voorgelegd42). Dit keer wees de commissie er
uitdrukkelijk op dat de burgers uitsluitend vóór of tegen konden