236
was een schoone dag, de natuur was in haar voorjaarsgewaad, het
landvolk in het zondagspak gehuld, en ons gezelschap verkeerde
in de blijmoedigste stemming. Wij reden voorbij akkers, weiden
en heesterbosschen, door aangename dorpen, langs heerlijke land
goederen, bloem- en plantentuinen, tot dat wij eindelijk halt
maakten om te ontbijten. Koffij en brood en madeira werden voor
ons gereed gezet, om ons voor onzen verderen togt te versterken.
Nadat wij nog een paar uren in den omtrek getoerd hadden, werd
er in het dorp Lisse, waar ons middagmaal besteld was, uitgespan
nen. De hoofdschotel was baars, die in het Haarlemmer-meer
overvloedig gevangen wordt en voortreffelijk smaakte. De toebe
reiding van dezen visch is zeer eenvoudig. In het water, waarin hij
gekookt is, wordt hij met peterselie en peterseliewortels zoo warm
mogelijk op tafel gezet en dan met dun gesneden boterhammen
gegeten. Zulk een geregt noemt men een waterzoodje. Men is
gewoon witten wijn daarbij te drinken; bij de andere schotels, die
vervolgens opgezet werden, wordt roode wijn gebruikt. Is het ge
zelschap in eene blijmoedige stemming, dan blijft men wel eens
drie uren aan tafel zitten; bij het vallen van den avond drinkt men
nog thee, en rijdt dan zoo snel mogelijk huiswaards. Zulk eene
eenvoudige landpartij kost echter, wanneer het gezelschap wat
talrijk is, veel geld. Alle uitspanningen en vermaken in Holland
zijn zeer duur; doch daar men in het dagelijksch leven zich niet
vele bijzondere uitgaven veroorlooft, kan men ze ongehinderd van
tijd tot tijd genieten.
Volg mij thans, mijn vriend, om het inwendige der stad in oogen-
schouw te nemen. Kan de reiziger niet terstond instemmen met
den roep, die omtrent het verval der stad uitgaat; wanneer hij hare
achterafgelegene gedeelten bezoekt, vindt hij straten met gras be
wassen, vervallen huizen en onderscheidene ledige plaatsen, waar
vroeger gebouwen gestaan hebben. Het is u bekend, dat Haarlem,
even als Leyden, verwoestende belegeringen, pestziekten en bur
gerlijke onlusten te verduren gehad heeft. Evenzeer weet gij, dat
de vele zijden- en linnenfabrieken, die voorheen hier bij uitne
mendheid bloeiden, door de opkomst van andere, in goedkoopere
streken opgerigte fabrieken, een' doodelijken stoot ontvangen